Bible

 

Exodus 11

Studie

   

1 (Want de HEERE had tot Mozes gesproken: Ik zal nog een plaag over Farao, en over Egypte brengen, daarna zal hij ulieden van hier laten trekken; als hij u geheellijk zal laten trekken, zo zal hij u haastelijk van hier uitdrijven.

2 Spreek nu voor de oren des volks, dat ieder man van zijn naaste, en iedere vrouw van haar naaste zilveren vaten en gouden vaten eise.

3 En de HEERE gaf het volk genade in de ogen der Egyptenaren; ook was de man Mozes zeer groot in Egypteland voor de ogen van Farao's knechten, en voor de ogen des volks.)

4 Verder zeide Mozes: Zo heeft de HEERE gezegd: Omtrent middernacht zal Ik uitgaan door het midden van Egypte;

5 En alle eerstgeborenen in Egypteland zullen sterven, van Farao's eerstgeborene af, die op zijn troon zitten zou, tot den eerstgeborene der dienstmaagd, die achter de molen is, en alle eerstgeborenen van het vee.

6 En er zal een groot geschrei zijn in het ganse Egypteland, desgelijks nooit geweest is, en desgelijks niet meer wezen zal.

7 Maar bij alle kinderen Israels zal niet een hond zijn tong verroeren, van de mensen af tot de beesten toe; opdat gijlieden weet, dat de HEERE tussen de Egyptenaren en tussen de Israelieten een afzondering maakt.

8 Dan zullen al deze uw knechten tot mij afkomen, en zich voor mij neigen, zeggende: Trek uit, gij en al het volk, dat uw voetstappen volgt; en daarna zal ik uitgaan. En hij ging uit van Farao in hitte des toorns.

9 De HEERE dan had tot Mozes gesproken: Farao zal naar ulieden niet horen, opdat Mijn wonderen in Egypteland vermenigvuldigd worden.

10 En Mozes en Aaron hebben al deze wonderen gedaan voor Farao's aangezicht; doch de HEERE verhardde Farao's hart, dat hij de kinderen Israels uit zijn land niet trekken liet.

   

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 7778

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

7778. En alle eerstgeborene in het land van Egypte zal sterven; dat dit de verdoemenis betekent van het van de naastenliefde gescheiden geloof, staat vast uit de betekenis van sterven, namelijk de verdoemenis, nrs. 5407, 6119; en uit de betekenis van de eerstgeborene, dus het geloof van de Kerk, waardoor de naastenliefde is, nrs. 352, 2435, 6344, 7035; de eerstgeborene echter in het land van Egypte, is het geloof zonder de naastenliefde, nr. 7766.

Voor wat betreft het geloof zonder de naastenliefde moet verder worden gezegd: het geloof dat zonder de naastenliefde is, is geen geloof, maar slechts een wetenschap van zulke zaken die van het geloof zijn; de waarheden immers van het geloof beogen de naastenliefde als hun laatste doel en daarna gaan zij vanuit de naastenliefde voort zoals uit haar eerste doel; daaruit blijkt, dat de geloofszaken niet bestaan bij hen die niet in de naastenliefde zijn; dat er evenwel een wetenschap van de waarheden van het geloof bij hen bestaat, is bekend; het is deze wetenschap die door hen het geloof wordt genoemd; en wanneer de wetenschappelijke dingen van het ware en het goede van het geloof door hen worden aangewend om valsheden en boosheden te bevestigen, dan zijn zij niet langer bij hen, waarheden en goedheden van het geloof, want zij treden toe tot de valsheden en boosheden, waaraan zij van dienst zijn, want daarin worden dan die valsheden en boosheden zelf beoogt, die zij bevestigen.

De echte dingen van het geloof schouwen omhoog tot de hemel en tot de Heer, maar de zaken die van het van de naastenliefde gescheiden geloof zijn, schouwen omlaag en wanneer zij die boosheden en valsheden bevestigen, zien zij tot de hel.

Daaruit blijkt eveneens dat het van de naastenliefde gescheiden geloof geen geloof is.

Hieruit kan vaststaan wat er wordt verstaan onder de verdoemenis van het van de naastenliefde gescheiden geloof, namelijk dat het de verdoemenis is van het vervalste ware en van het geschonden goede, die van het geloof zijn; want het ware is, wanneer het is vervalst, niet langer het ware maar het valse en het goede is, wanneer het is geschonden, is niet langer het goede maar het boze; en het geloof zelf is niet langer het geloof van het ware en het goede, maar van het valse en het boze, hoe het ook in de uiterlijke vorm mag verschijnen en klinken; en wat een verborgenheid is: eenieder heeft een zodanig geloof als zijn leven is; indien dus het leven verdoemd is, is ook het geloof verdoemd; het is immers het geloof van het valse, wanneer het leven een leven van het boze is.

Dat dit zo is, verschijnt niet in de wereld, maar het wordt geopenbaard in het andere leven; wanneer daar de bozen worden beroofd van de kennis van het ware en het goede, dan gaat uit dat kwade het valse voort, dat bij hen verborgen lag.

Bij sommige bozen is er een overreding dat het ware van het geloof het ware is; van dit overredende meent men ook dat het geloof is, maar het is het geloof niet; het werd immers ingeprent vanwege het einddoel dat het als middel van dienst kan zijn om gewin, eerbewijzen en roem te behalen; zolang die waarheden als middelen van dienst zijn, worden zij geliefd ter wille van een einddoel, dat boos is; maar wanneer zij niet langer van dienst zijn, worden zij verlaten, ja zelfs als valsheden beschouwd; het is deze overreding die het overredende geloof wordt genoemd en het is datgene wat wordt verstaan onder de woorden van de Heer bij Mattheüs: ‘Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heer, Heer, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd en door Uw Naam demonen uitgeworpen en in Uw Naam vele krachten gedaan. Maar dan zal Ik hun belijden: Ik ken u niet, gaat weg van Mij, gij die ongerechtigheid werkt’, (Mattheüs 7:22,23); hetzelfde geloof wordt ook verstaan onder de lampen zonder olie bij de vijf dwaze maagden, die ook zeiden: Heer, Heer, doe ons open; maar antwoordende zei Hij: Voorwaar, Ik zeg u, Ik ken u niet’, (Mattheüs 25:11,12); met de lampen worden de waarheden van het geloof aangeduid en met de olie het goede van de naastenliefde, dus met de lampen zonder olie, de waarheden van het geloof zonder het goede van de naastenliefde.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl