Bible

 

Exodus 1

Studie

1 Dit nu zijn de namen der zonen van Israel, die in Egypte gekomen zijn, met Jakob; zij kwamen er in, elk met zijn huis.

2 Ruben, Simeon, Levi, en Juda;

3 Issaschar, Zebulon, en Benjamin;

4 Dan en Nafthali, Gad en Aser.

5 Al de zielen nu, die uit Jakobs heup voortgekomen zijn, waren zeventig zielen; doch Jozef was in Egypte.

6 Toen nu Jozef gestorven was, en al zijn broeders, en al dat geslacht,

7 Zo werden de kinderen Israels vruchtbaar en wiesen overvloedig, en zij vermeerderden, en werden gans zeer machtig, zodat het land met hen vervuld werd.

8 Daarna stond een nieuwe koning op over Egypte, die Jozef niet gekend had;

9 Die zeide tot zijn volk: Ziet, het volk der kinderen Israels is veel, ja, machtiger dan wij.

10 Komt aan, laat ons wijselijk tegen hetzelve handelen, opdat het niet vermenigvuldige, en het geschiede, als er enige krijg voorvalt, dat het zich ook niet vervoege tot onze vijanden, en tegen ons strijde, en uit het land optrekke.

11 En zij zetten oversten der schattingen over hetzelve, om het te verdrukken met hun lasten; want men bouwde voor Farao schatsteden, Pitom en Raamses.

12 Maar hoe meer zij het verdrukten, hoe meer het vermeerderde, en hoe meer het wies; zodat zij verdrietig waren vanwege de kinderen Israels.

13 En de Egyptenaars deden de kinderen Israels dienen met hardigheid.

14 Zodat zij hun het leven bitter maakten met harden dienst, in leem en in tichelstenen, en met allen dienst op het veld, met al hun dienst, dien zij hen deden dienen met hardigheid.

15 Daarenboven sprak de koning van Egypte tot de vroedvrouwen der Hebreinnen, welker ener naam Sifra, en de naam der andere Pua was;

16 En zeide: Wanneer gij de Hebreinnen in het baren helpt, en ziet haar op de stoelen; is het een zoon, zo doodt hem; maar is het een dochter, zo laat haar leven!

17 Doch de vroedvrouwen vreesden God, en deden niet, gelijk als de koning van Egypte tot haar gesproken had, maar zij behielden de knechtjes in het leven.

18 Toen riep de koning van Egypte de vroedvrouwen, en zeide tot haar: Waarom hebt gij deze zaak gedaan, dat gij de knechtjes in het leven behouden hebt?

19 En de vroedvrouwen zeiden tot Farao: Omdat de Hebreinnen niet zijn gelijk de Egyptische vrouwen; want zij zijn sterk; eer de vroedvrouw tot haar komt, zo hebben zij gebaard.

20 Daarom deed God aan de vroedvrouwen goed; en dat volk vermeerderde, en het werd zeer machtig.

21 En het geschiedde, dewijl de vroedvrouwen God vreesden, zo bouwde Hij haar huizen.

22 Toen gebood Farao aan al zijn volk, zeggende: Alle zonen, die geboren worden, zult gij in de rivier werpen, maar al de dochteren in het leven behouden.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 6639

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

6639. De man en zijn huis kwamen zij; dat dit betekent ten aanzien van het ware en ten aanzien van het goede, staat vast uit de betekenis van de man, namelijk het ware, waarover de nrs. 3134, 3459; en uit de betekenis van het huis, te weten het goede, waarover de nrs. 3720, 4982.

Omdat in die hoofdstukken van Genesis, waar gehandeld wordt over de komst van de zonen van Jakob en over de komst van Jakob zelf in Egypte tot Jozef, gehandeld is over de inwijding van de waarheden, die van de Kerk zijn, in de wetenschappen, en de Kerk niet eerder is geïnstaureerd dan nadat die inwijding heeft plaatsgevonden, wordt hier daarom, volgens de reeks der dingen in de innerlijke zin, gehandeld over de geïnstaureerde Kerk en hoe zij aanhoudend wordt bestookt door wetenschappelijke valsheden; want hoezeer ook de waarheden zijn ingewijd en de Kerk bij de mens is geïnstaureerd, staan niettemin wetenschappelijke valsheden aanhoudend op en bestrijden zij de dingen die van de Kerk bij hem zijn.

Dit wordt hiermee uitgebeeld dat farao en de Egyptenaren de zonen Israëls verdrukten en hun kleine jongetjes wilden doden.

Wie niet weet hoe het gesteld is met de bestrijding van het ware van de Kerk door wetenschappelijke valsheden, bij hen die van de Kerk zijn, in het andere leven, kan geenszins geloven dat het zo is.

De mens van de Kerk die in het andere leven komt, moet gezuiverd worden van zulke dingen die het ware en goede aanvallen; anders kan hij niet tot de hemel worden verheven en daar in een gezelschap verkeren dat van zulke dingen is gezuiverd, indien hij daarin eerder werd opgeheven, zou hij zijn zoals een dichte aardse damp in een serene aura of zoals een donkere massa in een blinkend wit licht.

Opdat dus de mens die net uit de wereld komt gezuiverd zal worden, wordt hij in een staat gehouden waarin hij kan worden aangevallen door wetenschappen die niet met de waarheden samenstemmen en eveneens door valsheden en wel zolang totdat die wetenschappen voor niets worden geacht en verwijderd worden.

Dit vindt zelden plaats bij de mens die nog in het lichaam leeft, maar het vindt plaats in het andere leven met degenen die tot de hemel zullen worden verheven; maar dit gebeurt met zeer veel verscheidenheid.

Dat dit zo is, werd door veel ondervinding te weten gegeven en indien die in zijn geheel zou worden aangevoerd, dan zou dit meerdere bladzijden vullen.

Het zijn deze dingen die in de innerlijke zin worden beschreven met de zonen van Israël, namelijk dat zij verdrukt werden door de Egyptenaren en daarna dat zij bevrijd werden en dat zij tenslotte na verschillende staten in de woestijn, werden binnengeleid in het land Kanaän.

Dat het hiermee zo gesteld is, kunnen diegenen geenszins begrijpen, die geloven dat de zaliging slechts een binnenleiden in de hemel is uit barmhartigheid, die aan iedereen wordt gegeven die uit schijnbaar vertrouwen, dat het geloof wordt genoemd, heeft gedacht dat hij, omdat de Heer voor hem heeft geleden, gezaligd wordt, hoe hij ook heeft geleefd; indien immers de zaliging alleen een binnenleiden in de hemel uit barmhartigheid was, dan zouden allen in het gehele wereldrond gezaligd worden; want de Heer Die de Barmhartigheid zelf is, wil het heil van allen en de dood of de verdoemenis van niemand.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl