3520. Dat de woorden ‘en ik zal die voor uw vader maken tot lekkernijen, gelijk als hij liefheeft’ betekenen, dat hij verkwikkelijkheden daarvan zal maken, blijkt uit de betekenis van de lekkernijen, namelijk de bekoringen uit het goede, waarover eerder in nr. 3502; hier worden zij verkwikkelijkheden genoemd, omdat de waarheden niet vanuit het echte goede voortkomen, maar vanuit het huiselijk goede.