Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9228

Napsal(a) Emanuel Swedenborg

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

9228. Dat zeven betekent een volledige periode van de aanvang tot het einde, dus het volle, staat vast uit verscheidene plaatsen in het Woord, zoals bij Jesaja: ‘Het licht van de maan zal zijn zoals het licht van de zon en het licht van de zon zal zijn zevenvoudig, zoals het licht van zeven dagen, ten dage als Jehovah de breuk van Zijn volk zal verbinden’, (Jesaja 30:26); daar wordt gehandeld over de zaliging van de gelovigen en over het inzicht en de wijsheid van hen in het rijk van de Heer.

De maan is het geloof uit de Heer, dus het geloof in de Heer en de zon is de liefde uit de Heer, dus de liefde tot de Heer, nrs. 30-38, 1521, 1529-1531, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060, 4321, 4696, 5377, 7078, 7083, 7171, 8644; het licht van de zon zevenvoudig, zoals het licht van zeven dagen, is de staat vol van inzicht en wijsheid uit de liefde tot en het geloof in de Heer.

Bij Ezechiël: ‘De bewoners van de steden van Israël zullen uitgaan en aansteken en verbranden de wapenen en het schild en de rondas, met de boog en met de pijlen en met de stok van de hand en met de spies; zij zullen daarmee een vuur stoken zeven jaren, zodat zij geen brandhout aandragen uit het veld, noch houwen uit de wouden en zij zullen het land reinigen zeven maanden’, (Ezechiël 39:9,10,12); daar wordt gehandeld over de vernietiging van het valse; de wapenen, die daar worden opgesomd zijn de valsheden waardoor de bozen strijden tegen de waarheden van de Kerk; daarmee een vuur stoken zeven jaren, betekent de volledige vernietiging door de begeerten van de liefden van zich en van de wereld; zodat zij geen brandhout aandragen uit het veld, noch houwen uit de wouden, betekent totdat niets van het goede over is, noch in de innerlijke mens, noch in de uiterlijke; het land reinigen zeven maanden, betekent het volledige herstel van het goede en het ware in de Kerk.

Dat de wapenen de strijdende waarheden zijn tegen de valsheden en in de tegengestelde zin de leerstellingen van het valse; dat de stok van de hand de macht van het ware is en in de tegengestelde zin de macht van het valse; dat aansteken en verbranden is verwoesten door de begeerten van de liefden van zich en van de wereld; dat het brandhout uit het veld de innerlijke goedheden van de Kerk zijn en uit de wouden de wetenschappen van het goede en het ware; en dat het land de Kerk is, is in zeer vele plaatsen getoond.

Eenieder kan zien, dat daar andere dingen worden aangeduid dan die in de letterlijke zin uitkomen, zoals dat zij de wapenen zouden verbranden en een vuur stoken zeven jaren, zodat zij geen brandhout aandragen uit het veld en houwen uit de wouden; dat er toch heilige en Goddelijke dingen worden aangeduid, weet men, omdat het Woord heilig en uit het Goddelijke is; maar welke heilige en Goddelijke dingen in die woorden zijn bevat, kan men geenszins weten, tenzij men weet, wat betekenen de wapenen, de zeven jaren en zeven maanden, wat het brandhout uit het veld en het brandhout uit de wouden.

Daaruit blijkt, dat die profetieën zonder kennis vanuit de innerlijke zin in het geheel niet kunnen worden begrepen.

Bij David: ‘Zevenmaal in de dag loof ik U over de gerichten van Uw gerechtigheid’, (Psalm 119:164.

Bij dezelfde: ‘Vergeld de naburen zevenvoudig in hun schoot’, (Psalm 79:12); zevenvoudig is ten volle.

Eender bij Mozes: ‘Dat zij zevenvoudig zouden gestraft worden, indien zij de geboden en inzettingen zouden overtreden’, (Leviticus 26:18,21,24,28).

Wie niet weet dat zeven een volle periode betekent van de aanvang tot het einde en vandaar ten volle, zal geloven dat zeven weken zeven tijden betekenen, bij Daniël: ‘Weet en doorvat: van de uitgang van het Woord tot het moeten herstellen en opbouwen van Jeruzalem, tot op Messias de Vorst, zeven weken’, (Daniël 9:25); maar zeven weken tot op Messias de Vorst, betekent dat wat van de Heer wordt gezegd, namelijk dat Hij zal komen in de volheid der tijden; dus betekenen zij een volledige periode.

Daaruit blijkt, dat ‘de zeven geesten voor de troon Gods’, (Openbaring 1:4); ‘het Boek gezegeld met zeven zegelen’, (Openbaring 5:1) en ‘de zeven engelen, hebbende zeven fiolen, zijnde de zeven laatste plagen’, (Openbaring 15:1,6,7; 21:9) niet zijn zeven geesten, noch zeven zegelen, noch zeven engelen, zeven fiolen en zeven plagen, die worden aangeduid, maar dat zij alle dingen zijn tot aan het volle toe.

Evenzo dat ‘de onvruchtbare zeven zou baren’, (1 Samuël 2:5) is niet zeven, maar veel tot aan het volle toe.

Omdat zeven zulke dingen betekende, was het ingesteld ‘dat de priester zeven dagen met de klederen bekleed zou zijn, wanneer hij zou worden ingewijd’, (Exodus 29:30); ‘dat zeven dagen zijn handen zouden gevuld worden’, vers 35 daar; dat ‘zeven dagen het altaar zou geheiligd worden’, vers 37 daar; ‘dat de ingewijden in het priesterschap zeven dagen niet zouden wijken van de tent’, (Leviticus 8:33,34)

Eender ‘de onreine geest uitgaande van de mens en wederkerende met zeven andere’, (Mattheüs 12:43-45; Lukas 11:26) en ook dat ‘indien de broeder zevenmaal in de dag gezondigd zal hebben en zevenmaal zal zijn wedergekeerd, hem zal vergeven worden’, (Lukas 17:4); dat het hart van Nebukadnezar veranderd zou worden van een mens en hem het hart van een beest gegeven zou worden, tot ‘zeven tijden zullen zijn voorbijgegaan’, (Daniël 4:16,23,25); vandaar was het eveneens, dat de vrienden van Job ‘zeven dagen en zeven nachten met hem op de aarde zaten en iets tot hem spraken’, (Job 2:13).

Dat zeventig eender het volle betekent, zie nr. 6508; en verder eveneens de week, nrs. 2044, 3845.

Hieruit nu kan vaststaan, dat met de achtste dag de aanvang van de volgende staat wordt aangeduid.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl