来自斯威登堡的著作

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#5277

学习本章节

  
/10837  
  

5277. En er zullen opstaan zeven jaren des hongers na dezelve; dat dit de volgende staten betekent, wanneer er gebrek is aan het ware, staat vast uit de betekenis van de jaren, namelijk de staten, waarover de nrs. 482, 487, 488, 493, 893;

uit de betekenis van de honger, namelijk het gebrek aan erkentenissen, nrs. 1460, 3364;

en uit de betekenis van ‘na dezelve’, namelijk de volgende.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

来自斯威登堡的著作

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#5339

学习本章节

  
/10837  
  

5339. En het land maakte in de zeven jaren van de overvloed der opbrengst verzamelingen; dat dit de eerste staten betekent, toen de ware dingen in reeksen waren vermenigvuldigd, staat vast uit de betekenis van de zeven jaren, namelijk de eerste staten; zeven jaren immers gingen vooraf, waarin overvloed van opbrengst was en zeven volgden, waarin honger was; dat jaren staten zijn, zie de nrs. 482, 487, 488, 493, 893;

uit de betekenis van de overvloed der opbrengst, namelijk de vermenigvuldiging van het ware, nrs. 5276, 5280, 5292; daarmee dat het land maakte, wordt aangeduid dat deze vermenigvuldiging plaatsvond in het natuurlijke; het land immers is hier het natuurlijke, nr. 5338;

en uit de betekenis van de verzamelingen, namelijk de reeksen; met de reeksen die met de verzamelingen worden aangeduid is het als volgt gesteld: bij de mens die hervormd wordt, worden eerst de algemene ware dingen binnengebracht, daarna de bijzondere dingen van de algemene dingen en tenslotte de afzonderlijke dingen van de bijzondere dingen; de bijzondere dingen worden onder de algemene gerangschikt en de afzonderlijke onder de bijzondere dingen, nrs. 2384, 3057, 4269, 4325 einde, 4329 midden, 4345, 4383, 5208; die rangschikkingen of ordeningen worden in het Woord aangeduid met bundels, hier met schoven of verzamelingen en zij zijn niets anders dan reeksen, waarin de vermenigvuldigde ware dingen worden gerangschikt of geordend. Deze reeksen gedragen zich bij de wederverwekte mens volgens de ordeningen van de gezelschappen in de hemelen, maar bij de niet-wederverwekten die ook niet wederverwekt kunnen worden, volgens de ordeningen van de gezelschappen in de hellen; vandaar is de mens die in het boze en daaruit in het valse is, een hel in kleinste vorm en de mens die in het goede en daaruit in het ware is, een hemel in kleinste vorm; maar over deze reeksen zal, vanuit de Goddelijke barmhartigheid van de Heer, elders meer worden gezegd.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

来自斯威登堡的著作

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#482

学习本章节

  
/10837  
  

482. Het is nog niemand bekend, wat de jaren en de getallen van de jaren, welke in dit hoofdstuk voorkomen, in de innerlijke zin betekenen; zij, die bij de zin van de letter blijven staan, houden het voor jaren in de tijdrekening; toch bevat dit hier tot aan het twaalfde hoofdstuk toe niets historisch, al lijkt het in de zin van de letter zo, maar het geheel en elke bijzonderheid daarvan omvat iets anders; zo de namen, zo ook de getallen. In het Woord komt herhaaldelijk het getal drie voor, verder ook zeven, en overal betekenen zij iets heiligs of onschendbaars met betrekking tot staten, welke tijden of andere dingen in zich sluiten of uitbeelden; hetzelfde zowel in de kleinste tijdruimten als in de grootste, want zoals de delen het geheel vormen, evenzo vormen de kleinste de grootste, want zij moeten zich op gelijke wijze verhouden, opdat het geheel uit de gedeelten, of het grootste uit het kleinste evenredig bestaat, zoals bij Jesaja:

‘Nu spreekt Jehovah, zeggende: Binnen drie jaren, als de jaren van een huurling, en de heerlijkheid van Moab zal veracht zijn’, (Jesaja 16:14).

Bij dezelfde:

‘De Heer heeft tot mij gezegd: Nog binnen een jaar, gelijk de jaren van een dagloner, en al de heerlijkheid van Kedar zal ten onder gaan’, (Jesaja 21:16);

waar zowel de kleinste als de grootste tijdruimten worden aangeduid.

Bij Habakuk:

‘Jehovah, ik hoorde het gerucht van U, ik heb, o Jehovah, Uw werk gevreesd, in het midden van de jaren maak het levend, in het midden van de jaren maak het bekend’, (Habakuk 3:2);

waar het midden van de jaren staat voor de Komst van de Heer; ook in kleinere tijdruimten voor elke Komst van de Heer, zo bijvoorbeeld wanneer de mens wordt wedergeboren; in grotere tijdruimten, wanneer de Kerk van de Heer opnieuw verrijst. Het wordt ook het jaar van de verlosten genoemd; bij Jesaja:

‘De dag van de wraak is in Mijn hart, en het jaar van Mijn verlosten is gekomen’, (Jesaja 63:4);

evenzo betekenen ook de duizend jaren, gedurende welke de satan gebonden zal zijn, (Openbaring 20:2, 3, 7) en de duizend jaren van de eerste opstanding, (Openbaring 20:4, 5, 6);

geenszins duizend jaren, maar staten; want evenals de dagen worden, zoals eerder is aangetoond, ook de jaren voor de staat genomen, en de staten worden beschreven door het getal van de jaren. Hieruit kan duidelijk zijn, dat de tijden in dit hoofdstuk ook staten in zich sluiten, want elke Kerk was in een andere staat van innerlijke gewaarwording dan de andere, al naar de verschillen van gemoedsaard, overgeërfd of zelf aangeworven.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl