来自斯威登堡的著作

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#4298

学习本章节

  
/10837  
  

4298. En Jakob noemde de naam van de plaats Peniël; dat dit de staat van de verzoekingen betekent, staat vast uit de samenhang; oudtijds werden aan plaatsen waar iets bijzonders voorviel, namen gegeven en deze namen waren tekenend voor de zaak die daar voorviel en voor de staat ervan, nrs. 340, 2643, 3422; aan deze plaats werd een naam gegeven die de staat van de verzoekingen betekende, want de staat van de verzoekingen wordt hier beschreven door de worsteling en het kampen van Jakob; Peniël betekent in de oorspronkelijke taal ‘de aangezichten van God’ ; dat ‘de aangezichten van God’ zien, wil zeggen, de zwaarste verzoekingen doorstaan, zal in wat volgt worden ontvouwd.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

来自斯威登堡的著作

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer#248

学习本章节

  
/325  
  

到目前为止,该译本包含直到#325 的段落。可能还在翻译中。如果您点击左箭头,就能找到最后一个已翻译的数字。

  
/325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

来自斯威登堡的著作

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#7973

学习本章节

  
/10837  
  

7973. Omtrent zeshonderdduizend mannen te voet; dat dit alle dingen van het ware en het goede van het geloof in één samenvatting betekent, staat vast uit de betekenis van zeshonderdduizend, namelijk alle dingen van het geloof in één samenvatting; dit getal rijst immers op uit zes en eveneens uit twaalf en twaalf betekent alle dingen van het geloof en van de naastenliefde, nrs. 577, 2089, 2129, 2130, 3272, 3858, 3913; vandaar komt het, dat de zonen van Jakob er twaalf waren en dat hun nakomelingen zijn onderscheiden in evenzovele stammen en eveneens dat door de Heer twaalf discipelen werden aangenomen, namelijk opdat zij alle dingen van het geloof en de naastenliefde zouden uitbeelden; ten aanzien van de stammen, zie de nrs. 3858, 3862, 3913, 3926, 4060, 6335, 6337, 6640, 7836, 7891; ten aanzien van de discipelen, de nrs. 3354, 3488, 5858, 6397; dat hier zeshonderdduizend eendere dingen betekent, komt omdat een groter en een kleiner, of een vermenigvuldigd of gedeeld getal, iets eenders insluit als de enkelvoudige getallen waaruit het is samengesteld, nrs. 5291, 5335, 5708, dit blijkt duidelijk uit het getal twaalf, hetzij dit gedeeld is tot zes of vermenigvuldigd tot tweeënzeventig of tot 144, dus twaalf maal twaalf, of tot 12000 of tot 144000, het betekent iets eenders; zoals 144000 bij Johannes: ’Ik hoorde het getal der gezegenden, honderdvierenveertigduizend, gezegeld uit elke stam van Israël; uit elke stam twaalfduizend’, (Apocalyps 7:4,5 e.v.).

Hier worden onder de zonen Israëls niet de zonen Israëls verstaan en niet onder stammen de stammen, noch onder het getal een getal, maar zulke dingen die in de innerlijke zin liggen, namelijk alle dingen van het geloof en van de naastenliefde en zo onder iedere stam in het bijzonder één geslacht of één klasse, volgens de dingen die zijn ontvouwd bij de hoofdstukken 29 en 30 van Genesis.

Bij dezelfde: ’Ziet, het Lam staande op de berg Zions en met Hem 144000, hebbende de Naam van Zijn Vader geschreven op hun voorhoofden. Zij zongen een nieuw gezang voor de troon en niemand kon het gezang leren, dan de 144000 gekochten van de aarde; dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook heengaat; dezen zijn gekocht van de mensen, de eerstelingen van God en het Lam’, (Apocalyps 14:1,3,4).

Uit deze beschrijving blijkt, dat degenen die in de naastenliefde zijn, worden verstaan onder de 144000; en eveneens blijkt dat dit getal slechts de staat en de hoedanigheid aanduidt; dat getal duidt immers iets eenders aan als twaalf, want het ontstaat uit 12000 en 12 met elkaar vermenigvuldigd; iets eenders als het kleinere getal 144, dus 12 maal 12.

Bij dezelfde: ‘Hij mat de muur van het heilige Jeruzalem, neerdalend van God uit de hemel, 144 ellen, zijnde de maat eens mensen, dat wil zeggen, eens engels’, (Apocalyps 21:2,17); dat de muur van het heilige Jeruzalem niet een muur is maar in de geestelijke zin het ware van het geloof is die de geloofszaken van de Kerk verdedigt, zie nr. 6419; vandaar wordt eveneens gezegd dat hij 144 ellen was; dat dit zo is, blijkt duidelijk, want er wordt gezegd dat die maat eens mensen, dat is, eens engels is; met de mens en met de engel wordt immers alles van het ware en het goede van het geloof aangeduid.

En het blijkt eveneens uit de twaalf kostbare stenen waaruit het fundament van de muur was en uit de twaalf poorten waarvan een elk een parel was, vers 19-21; met de kostbare stenen worden immers de geloofswaarheden aangeduid die vanuit het goede van de naastenliefde zijn, nrs. 643, 3720, 6426; eender met de poort en eveneens met de parel.

Daaruit nu staat vast dat een kleiner en een groter getal iets eenders aanduidt als het enkelvoudige getal, waaruit het is opgebouwd.

Dat alle getallen in het Woord geen getallen betekenen, zie de nrs. 482, 487, 575, 647, 648, 755, 813, 1963, 1988, 2075, 2252, 3252, 4264, 4495, 4670, 5265, 6175.

Hieruit kan nu worden gezien dat door het getal van de zeshonderdduizend mannen die van Egypte uitgingen, ook andere dingen worden aangeduid.

Dat dit getal die andere dingen betekent, kan nauwelijks iemand geloven; de oorzaak ervan is dat het historisch is en elk historisch gegeven houdt het gemoed voortdurend in de uiterlijke en uitwendige zin en trekt het weg van de innerlijke zin; toch betekent dat getal eveneens zulke dingen als eerder vermeld, want er is zelfs niet één woordje, ja ook niet één jota of één haaltje in het Woord, dat niet in zich heilig is, omdat het in zich het heilige behelst; dat in het historische alleen, niet het heilige is, ziet iedereen.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl