圣经文本

 

Genesis第8章

学习

   

1 En God gedacht aan Noach, en aan al het gedierte, en aan al het vee, dat met hem in de ark was; en God deed een wind over de aarde doorgaan, en de wateren werden stil.

2 Ook werden de fonteinen des afgronds, en de sluizen des hemels gesloten, en de plasregen van den hemel werd opgehouden.

3 Daartoe keerden de wateren weder van boven de aarde, heen en weder vloeiende, en de wateren namen af ten einde van honderd en vijftig dagen.

4 En de ark rustte in de zevende maand, op den zeventiende dag der maand, op de bergen van Ararat.

5 En de wateren waren gaande, en afnemende tot de tiende maand; in de tiende maand, op den eerste der maand, werden de toppen der bergen gezien.

6 En het geschiedde, ten einde van veertig dagen, dat Noach het venster der ark, die hij gemaakt had, opendeed.

7 En hij liet een raaf uit, die dikwijls heen en weder ging, totdat de wateren van boven de aarde verdroogd waren.

8 Daarna liet hij een duif van zich uit, om te zien, of de wateren gelicht waren van boven den aardbodem.

9 Maar de duif vond geen rust voor het hol van haar voet; zo keerde zij weder tot hem in de ark; want de wateren waren op de ganse aarde; en hij stak zijn hand uit, en nam haar, en bracht haar tot zich in de ark.

10 En hij verbeidde nog zeven andere dagen; toen liet hij de duif wederom uit de ark.

11 En de duif kwam tot hem tegen den avondtijd; en ziet, een afgebroken olijfblad was in haar bek; zo merkte Noach, dat de wateren van boven de aarde gelicht waren.

12 Toen vertoefde hij nog zeven andere dagen; en hij liet de duif uit; maar zij keerde niet meer weder tot hem.

13 En het geschiedde in het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste maand, op den eersten derzelver maand, dat de wateren droogden van boven de aarde; toen deed Noach het deksel der ark af, en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd.

14 En in de tweede maand, op den zeven en twintigsten dag der maand, was de aarde opgedroogd.

15 Toen sprak God tot Noach, zeggende:

16 Ga uit de ark, gij, en uw huisvrouw, en uw zonen, en de vrouwen uwer zonen met u.

17 Al het gedierte, dat met u is, van alle vlees, aan gevogelte, en aan vee, en aan al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, doe met u uitgaan; en dat zij overvloediglijk voorttelen op de aarde, en vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen op de aarde.

18 Toen ging Noach uit, en zijn zonen, en zijn huisvrouw, en de vrouwen zijner zonen met hem.

19 Al het gedierte, al het kruipende, en al het gevogelte, al wat zich op de aarde roert, naar hun geslachten, gingen uit de ark.

20 En Noach bouwde den HEERE een altaar; en hij nam van al het reine vee, en van al het rein gevogelte, en offerde brandofferen op dat altaar.

21 En de HEERE rook dien liefelijken reuk, en de HEERE zeide in Zijn hart: Ik zal voortaan den aardbodem niet meer vervloeken om des mensen wil; want het gedichtsel van 's mensen hart is boos van zijn jeugd aan; en Ik zal voortaan niet meer al het levende slaan, gelijk als Ik gedaan heb.

22 Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden.

   

来自斯威登堡的著作

 

Arcana Coelestia#931

学习本章节

  
/10837  
  

931. That 'during all the days of the earth' means the whole of time is clear from the meaning of 'day' as a period of time, see 23, 487, 488, 493. Here therefore 'days of the earth' is the whole time the earth remains, or is inhabited. The earth ceases to be inhabited the moment the Church is no more. For when the Church is no more, no communication of man with heaven exists any longer, and when this communication comes to an end every inhabitant perishes. As stated already, the Church is like the heart and lungs in the individual. As long as the heart is sound, and also the lungs, the individual is alive; and the same applies to the Church and its relationship to the Grand Man, which is heaven in its entirety. This is the reason for the statement here 'during all the days of the earth, seedtime and harvest, and cold and heat, and summer and winter, and day and night will not cease'. From this it also becomes clear that the earth is not going to last for ever, but that it too will come to an end, for the reference is 'all the days of the earth', that is, as long as the earth remains.

[2] People are however mistaken in their belief that the end of the earth will be one and the same event as the Last Judgement referred to in the Word, that is to say, where the close of the age, the day of visitation, and the Last Judgement, are described. For a last judgement befalls every Church when it has been vastated, that is, when no faith exists there any longer. A last judgement on the Most Ancient Church took Place when it perished, as it did among its final descendants who lived immediately prior to the Flood. A last judgement on the Jewish Church took place when the Lord came into the world. And a further last judgement will take place when the Lord comes in glory. This does not mean that at that time the earth and the world are going to be destroyed, but that the Church is destroyed and, as always happens, a new Church is raised up by the Lord at that time. At the time of the Flood the Ancient Church was raised up, at the time of the Lord's Coming the primitive Church among gentiles; and the same will happen when the Lord comes in glory. It is also what 'a new heaven and a new earth' are used to mean.

[3] It is similar with everyone who has been regenerated and becomes a member of the Church, that is, becomes the Church. When he has been created anew his internal man is called 'a new heaven' and his external 'a new earth'. In addition a last judgement awaits everybody when he dies, for at that point, according to how he has acted during his lifetime, his judgement points either to death or to life. The fact that the close of the age, the end of days, or the Last Judgement have no other meaning, and do not therefore mean the destruction of the world, is quite clear from the Lord's words in Luke,

In that night there will be two in one bed, one will be taken and the other left. Two women will be grinding together, one will be taken and the other left. Two will be in the field, one will be taken and the other left. Luke 17:34-36.

Here the last times are called 'night' because no faith, that is, no charity exists. The fact that some will be 'left' however is a clear indication that the world is not going to be destroyed at that time.

  
/10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.