Библия

 

Exodus 17:15

Учиться

       

15 En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde deszelfs naam: De HEERE is mijn Banier!

Из произведений Сведенборга

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 8351

Изучить этот эпизод

  
/ 10837  
  

8351. En zij murmureerden, het volk, tegen Mozes; dat dit de neerslachtigheid betekent ten gevolge van de hardheid van de verzoeking, staat vast uit de betekenis van murmureren, namelijk de klacht, zodanig als die in een verzoeking is, dus de neerslachtigheid ten gevolge van de hardheid van de verzoeking.

De verzoekingen die degenen die van de geestelijke Kerk van de Heer waren, ondergingen nadat zij van het bestoken waren bevrijd en verder eveneens de verzoekingen die degenen zullen ondergaan die van de Kerk zijn, worden beschreven met het murmureren van de zonen Israëls in de woestijn; en omdat geestelijke verzoekingen doorgaans worden voortgeleid tot aan de wanhoop toe, nrs. 1787, 2694, 5279, 5280, 7147, 7166, 8165, wordt daarom met murmureren de klacht vanwege de neerslachtigheid in de verzoekingen aangeduid, zoals in (Exodus 16:2,3; 17:3; Numeri 14:27,29,36; 16:11).

Er wordt gezegd tegen Mozes, omdat het tegen het Goddelijke is, want door Mozes wordt het Goddelijk Ware uitgebeeld, nrs. 6723, 6752, 6771, 6827, 7010, 7014, 7089, 7382.

Voor wat betreft de verzoekingen die degenen die van de geestelijke Kerk waren, ondergingen en die degenen zullen ondergaan die van die Kerk zijn, moet men weten dat het geloof nooit bij hen die van de geestelijke Kerk zijn, kan worden ingeplant dan alleen door verzoekingen en dus ook niet de naastenliefde; want in de verzoekingen is de mens in de strijd tegen het valse en het boze en deze vloeien in de uiterlijke mens in vanuit de hellen; maar het goede en het ware vloeien in door de innerlijke mens uit de Heer; dus ten gevolge van de strijd van de innerlijke mens met de uiterlijke, die de verzoeking wordt genoemd; en voor zoveel als dan de uiterlijke mens tot gehoorzaamheid wordt gebracht onder de innerlijke mens, wordt het geloof en de naastenliefde ingeplant; het uiterlijk of het natuurlijke van de mens immers is de ontvanger van het ware en het goede vanuit het innerlijke; indien de ontvanger niet is aangepast, neemt hij niets op van hetgeen uit het innerlijke invloeit, maar òf hij verwerpt dat, òf hij blust het uit, òf verstikt het, waardoor er geen wederverwekking is.

Vandaar komt het, dat er verzoeking moet zijn, opdat de mens zal worden wederverwekt, wat plaatsvindt door de inplanting van geloof en naastenliefde en zo door de vorming van een nieuwe wil en een nieuw verstand; en daarom wordt ook de Kerk van de Heer een strijdende Kerk genoemd, zie de nrs. 3928, 4249, 4341, 4572, 5356, 6574, 6611, 6657, 7090, 7122, 8159, 8168, 8179, 8273, waar een en ander is gezegd hierover en getoond.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Из произведений Сведенборга

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 7147

Изучить этот эпизод

  
/ 10837  
  

7147. En uw volk heeft gezondigd; dat dit betekent dat zo op hen de schuld is geladen dat zij het boze hebben gedaan, staat vast uit de betekenis van zondigen, namelijk aan het boze schuldig worden en indien dit het geval is, dat zij naar hun verdiende loon straf krijgen.

Er moet worden gezegd hoe het in het algemeen is gesteld met de dingen die in dit vers en in de voorgaande verzen staan: zij die in de lagere aarde zijn, worden aangevallen door het valse en het boze die worden ingeworpen door de hellen die rondom zijn, ter wille hiervan dat de boosheden en de valsheden worden verwijderd en de ware en de goede dingen worden ingeboezemd en dat zij zo tot de staat worden ingeleid, dat zij in de hemel kunnen worden verheven, nrs. 7090, 7122; maar dicht aan het einde worden zij harder bestookt dan tevoren, want dan worden de waarheden aan hen onttrokken en wordt het toegelaten dat louter valsheden bestoken en dit tot aan de wanhoop toe; het is immers krachtens de Goddelijke orde, dat het laatste van de bestoking en van de verzoeking de wanhoop is, nrs. 1787, 2694, 5279, 5280; opdat deze staat van hen die van de geestelijke Kerk zijn, door de zonen Israëls zou worden uitgebeeld, is dit gedaan door farao en wel toen de bestokingen vlak bij het einde waren, namelijk toen zij zouden worden bevrijd en het land Kanaän zouden worden binnengeleid.

Men moet weten dat dit bestoken zodanig plaatsvindt dat in het denken valsheden en boosheden door de hellen worden ingebracht en het ware en goede door de hemel, dat wil zeggen, door de hemel heen door de Heer; dit vindt zo plaats omdat de mens en de geest niet vanuit zichzelf denken, maar omdat alle dingen invloeien; hoewel dit geheel en al vreemd aan de zinnen en zo dus ongelooflijk verschijnt, is dit toch ten zeerste waar, met betrekking tot deze zaak zie de eerdere zaken die vanuit ondervinding zijn aangevoerd en getoond, de nrs. 2886, 4151, 4249, 5846, 5854, 6189-6215, 6307-6327, 6466-6495, 6598-6626.

Hieruit kan men weten, hoe het moet worden verstaan dat het belagen plaatsvindt door het inwerpen van valsheden en dat die worden vermeerderd tot aan wanhoop toe.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl