Van Swedenborgs Werken

 

Hemel en Hel #494

Bestudeer deze passage

  
/ 603  
  

494. Omdat de geest van de mens die pas het andere leven is ingetreden, na afloop van zijn leven in de wereld zodanig is, volgt hieruit dat hij dan herkend wordt door zijn vrienden en door allen die hij kende toen zij met hem in de wereld waren. De andere geesten herkennen hem niet alleen aan zijn gelaat en spraak, maar ook wanneer zij hem nabij komen door de sfeer van zijn leven. Wanneer in het andere leven de een over de ander denkt, stelt hij zich ook in gedachte zijn gelaat voor met de vele omstandigheden van zijn leven; en wanneer hij dit doet, verschijnt de persoon over wie hij denkt voor hem, alsof hij gezonden of geroepen was. Dit verschijnsel heeft in de geestenwereld plaats, omdat daar een gemeenschap van gedachten bestaat en er geen ruimte is zoals in de natuurlijke wereld (zie nr. 191-199). ierdoor is het dat allen bij hun eerste intrede in het andere leven door hun vrienden en betrekkingen herkend worden, en door allen aan wie zij op de een of andere wijze bekend waren, en dat zij met elkaar in gesprek geraken en vervolgens tezamen blijven, overeenkomstig de mate van hun vriendschap of bekendheid in de wereld. Dikwijls heb ik de vreugde vernomen van hen die van de wereld kwamen en hun vrienden weerzagen, terwijl deze zich eveneens verheugden dat hun vrienden tot hen gekomen waren. Als echtgenoten elkaar ontmoeten, verwelkomen zij gewoonlijk elkaar. Zij blijven dan ook lange of korte tijd tezamen, naarmate van het genot van hun vroegere samenwoning. Is de band die hen verenigde geen ware huwelijksliefde geweest, die in de vereniging van het gemoed bestaat onder de invloed van de hemelse liefde, dan worden zij na enige tijd samen geweest te zijn, weer gescheiden. Indien echter het gemoed van beiden wederkerig oneens is geweest en er een innerlijke afkeer van elkaar heeft bestaan, dan breekt deze in openlijke vijandschap uit en soms in een werkelijk gevecht. Zij worden evenwel niet gescheiden vóór zij ingaan in de tweede staat, waarover in het volgende hoofdstuk zal worden gehandeld.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.

Van Swedenborgs Werken

 

Apocalyps Onthuld #552

Bestudeer deze passage

  
/ 962  
  

552. Geworpen is hij op de aarde en zijn engelen zijn met hem geworpen, betekent in de wereld der geesten, die midden tussen de hemel en de hel is en waaruit er rechtstreekse verbinding is met de mensen van de aardbol.

Dat onder de aarde, waarvan gezegd wordt dat de draak daarop geworpen werd, de wereld der geesten wordt verstaan, is omdat deze wereld onmiddellijk onder de hemelen ligt en wanneer iemand uit de hemel wordt neergeworpen, valt hij niet gelijk in de hel, maar op het land van deze wereld het naast daaronder gelegen; die wereld immers is midden tussen de hemel en de hel, of beneden de hemelen en boven de hellen; over deze wereld zie het werk ‘Hemel en Hel’ uitgegeven te Londen in 1758, nrs. 421-535.

Al degenen die in die wereld zijn, hebben rechtstreeks gemeenschap met de mensen op aarde en dus de draak en zijn engelen met degenen die in de valse dingen en daaruit in de boze dingen zijn vanuit de aangenomen ketterij over het geloof-alleen; en daarom wordt in wat volgt gezegd:

‘Hierom verheugt u, gij hemelen; wee degenen die de aarde en de zee bewonen, omdat de duivel tot u afgekomen is, hebbende grote toorn, wetende, dat hij een geringe tijd heeft’, (Openbaring 12:12).

En verder, ‘dat hij de vrouw vervolgde in de woestijn en heenging om oorlog te voeren tegen de overigen van haar zaad’, (Openbaring 12:13-17).

Men moet weten, dat ieder mens ten aanzien van zijn aandoeningen en het denken daaruit, in gezelschap is met degenen die in de wereld der geesten zijn en door middel van hen met degenen die òf in de hemel, òf in de hel zijn; het leven van ieder mens hangt van die verbinding af.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemel en Hel #421

Bestudeer deze passage

  
/ 603  
  

421. DEEL OVER DE WERELD DER GEESTEN EN DE STAAT VAN DE MENSEN NA DE DOODWAT IS DE WERELD DER GEESTEN?

De wereld der geesten is niet de hemel noch de hel, maar een plaats of staat tussen beide. De mens gaat na zijn dood eerst daarheen en wanneer hij zijn bestemde tijd daarin heeft doorgebracht, dan wordt hij, in overeenstemming met zijn leven in deze wereld, óf verheven in de hemel, óf geworpen in de hel.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.