Van Swedenborgs Werken

 

Goddelijke Voorzienigheid #122

Bestudeer deze passage

  
/ 340  
  

122. Maar men moet terdege weten dat de mens die boete wil doen, tot de Heer alleen moet schouwen. Indien hij schouwt tot God de Vader alleen, kan hij niet gezuiverd worden; noch indien hij ziet tot de Vader ter wille van de Zoon, noch indien tot de Zoon als alleen een mens. Immers, er is één God en de Heer is Hij, want het Goddelijke en het Menselijke van Hemzelf is één Persoon, zoals in de ‘Leer van Nova Hierosolyma over de Heer’ is getoond. Opdat ieder die boete wil doen tot de Heer alleen zal schouwen, is het Heilig Avondmaal door Hem ingesteld, hetwelk de vergeving van de zonden bevestigt bij hen die boete doen. Het bevestigt omdat in dat Avondmaal of die Communie ieder gehouden is tot de Heer alleen te schouwen.

  
/ 340  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Goddelijke Voorzienigheid #26

Bestudeer deze passage

  
/ 340  
  

26. In deze nutten wordt uit de Heer voorzien vanuit de verbinding van het boze en het valse, welke is bij hen die in de hel zijn. Want het Rijk van de Heer, dat niet alleen is over de hemel, maar ook over de hel, is het Rijk van de nutten; en de Voorzienigheid van de Heer is, dat daar niet iemand of iets zal zijn, uit wie en waardoor geen nut geschiedt. De Goddelijke Voorzienigheid van de Heer heeft tot einddoel de hemel vanuit het menselijk geslacht.

  
/ 340  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Het Laatste Oordeel #14

Bestudeer deze passage

  
/ 74  
  

14. Hoofdstuk 3: De hemel en de hel zijn uit het menselijk geslacht.

In de Christelijke wereld wordt in het geheel niet geweten dat de hemel en de hel uit het menselijk geslacht voortkomen. Er wrdt geloofd, dat engelen in het begin geschapen werden, en dat daardoor de hemel ontstond. En dat de duivel of satan een engel des lichts was, maar doordat hij in opstand kwam, werd hij met zijn troep naar beneden geworpen en zo ontstond de hel.

Dat er zo'n geloof heerst in de Christelijke wereld, verwondert de engelen in hoge mate; en nog meer, dat men geheel niets weet over de hemel, terwijl dat toch een voornaam punt in de leer van de kerk is. Omdat er zulke onwetendheid heerst zijn zij verheugd, dat het de Heer nu behaagd heeft vele dingen over de hemel en ook over de hel te openbaren, en daardoor zoveel als mogelijk is, de duisternis te verdrijven, die iedere dag toeneemt, omdat de kerk aan haar einde gekomen is. Daarom begeren zij dat ik uit hun mond zal verzekeren, dat er in de gehele hemel niet ÚÚn engel is, die in het begin als engel geschapen werd, noch één enkele duivel in de hel, die als engel des lichts geschapen en later neergeworpen werd. Allen, zowel in de hemel als in de hel, zijn uit het menselijk geslacht voortgekomen; in de hemel zij die in de wereld in hemelse liefde en geloof hadden geleefd, in de hel zij die in helse liefde en geloof geleefd hadden. De hel in haar gehele omvang wordt Duivel of Satan genoemd. De achterste hel, waar zij zijn die boze genieën genoemd worden, heet Duivel; en de voorste hel, waar zij zijn die boze geesten genoemd worden, heet Satan. Over de hoedanigheid van beide hellen zie men het werk "Hemel en hel" aan het einde daarvan.

Dat de Christelijke wereld zulk een geloof heeft gevormd over hen, die in de hemel of in de hel zijn, verklaarden de engelen daaruit, dat enkele plaatsen in het Woord uitsluitend volgens de letterlijke zin worden ver-staan, en niet worden toegelicht en verklaard door de echte leer uit het Woord; terwijl toch de letterlijke zin van het Woord, zonder voorlichting van de echte leer der kerk, het geestelijke in verschillende denkbeelden verstrooit, waardoor onkunde, ketterijen en dwalingen ontstaan.

  
/ 74  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.