904. Dat ‘God sprak tot Noach’ de tegenwoordigheid van de Heer bij de mens van de Kerk betekent, kan uit de innerlijke zin van het Woord blijken; de Heer spreekt met ieder mens, want alles wat goed en waar is van hetgeen de mens wil en denkt, is van de Heer. Er zijn bij ieder mens minstens twee kwade geesten en twee engelen; de eersten wekken zijn boosheden op, de engelen echter geven goedheden en waarheden in; al het goede en ware dat de engelen ingeven is van de Heer; zo spreekt de Heer voortdurend met de mens, maar heel verschillend bij de ene mens dan bij de andere. Met hen die zich door kwade geesten laten meeslepen, spreekt de Heer als afwezig of van verre, zodat men nauwelijks kan zeggen dat Hij spreekt; maar met hen die zich door de Heer laten leiden, spreekt de Heer van meer nabij, hetgeen voldoende hieruit kan blijken, dat niemand ooit iets goeds en waars kan denken, dan alleen uit de Heer. Er wordt van de tegenwoordigheid van de Heer gesproken al naar de staat van de liefde jegens de naaste en van het geloof, waarin de mens is; in de liefde jegens de naaste is de Heer tegenwoordig, want Hij is in al het goede, niet echter in het zogenaamde geloof zonder de liefde. Het geloof zonder de liefde en de naastenliefde is iets dat afgescheiden of ontbonden is. Wil er verbinding zijn, dan is er een verbindend middel nodig, en dit bestaat enkel en alleen in de liefde en de naastenliefde. Dit kan eenieder hieruit duidelijk zijn, dat de Heer zich over eenieder ontfermt en eenieder liefheeft en eenieder gelukkig maken wil in eeuwigheid. Wie derhalve niet in zo’n liefde is, dat hij zich over anderen ontfermt, en eenieder lief heeft, en hen gelukkig wil maken, kan niet met de Heer verbonden zijn, want hij lijkt in niets op de Heer en is allerminst een beeld van hem. Tot de Heer opzien in het geloof, zoals men zegt, en de naaste haten, is niet alleen zich verre houden, maar ook tussen zich en de Heer een helse afgrond hebben, waarin men neer zou storten, zo men nader wilde toetreden, want de haat tegen de naaste is die helse afgrond, die daar tussen gaapt. De tegenwoordigheid van de Heer bij de mens vindt eerst dan plaats, wanneer hij de naaste liefheeft; in de liefde is de Heer; en voor zoveel de mens in de liefde is, is de Heer tegenwoordig; en voor zoveel de Heer tegenwoordig is, spreekt Hij met de mens. De mens weet niet beter of hij denkt uit zichzelf, maar de mens heeft niet een enkele denkvoorstelling en zelfs niet eens het minste van een voorstelling vanuit zichzelf, maar wat kwaad en vals is, heeft hij door kwade geesten van de hel, en wat goed en waar is, heeft hij door de engelen van de Heer. Van dien aard is de invloed, daaruit vloeit zijn leven voort, en daaruit het verkeer van zijn ziel met zijn lichaam. Hieruit kan blijken, wat het betekent, dat God tot Noach sprak; iets anders wordt aangeduid met ‘zeggen tot iemand’, zoals in (Genesis 1:29, 3:13, 14, 17, 4:6, 9, 15, 6:13, 7 : 1); en iets anders met ‘spreken tot iemand’; hier betekent spreken tot Noach, tegenwoordig zijn, daar nu over de wedergeboren mens gehandeld wordt, die met naastenliefde is begiftigd.

86. People in heaven are amazed that people here believe they are intelligent when they think of something invisible in the process of thinking about God, something that cannot be comprehended in any form, and that they call people who think otherwise unintelligent and even simpleminded, when the opposite is in fact the case. They assert that if people who regard themselves as intelligent on this account would examine themselves, they would find nature in the place of God - for some, the nature in front of their eyes, for others, a nature they cannot see with their eyes. They would find that they are so blind that they do not know what God is, what an angel is, what a spirit is, what the soul is that will live after death, what the life of heaven is for us, or many other things that are matters of intelligence. Yet all the people whom they call simple know these things in their own way. They have an image of God as a Divine Being in human form, an image of an angel as a heavenly person, a concept of their soul that will live after death as being like an angel, and a concept of the life of heaven for us here as living by the divine commandments. Angels refer to these people as intelligent and fit for heaven, but the others they call unintelligent.

[2] References to Passages in Secrets of Heaven Concerning the Lord and His Divine Human: The Lord had a divine element from his very conception: 4641, 4963, 5041, 5157, 6716, 10125. Only the Lord had a divine seed: 1438. His soul was Jehovah: 1999, 2004-2005, 2018, 2025. So the inmost of the Lord was the Divine itself, and its clothing was from his mother: 5041. The Divine itself was the very reality of the Lord's life, and his human nature then emerged and became the manifestation from that reality: 3194, 3210, 10270 [10269?], 10372.

[3] Within the church, where there is the Word and where the Lord is known through it, there must be no denial of the Lord's divine nature or of the holy emanation from him: 2359. People within the church who do not acknowledge the Lord have no union with the Divine; it is different for people outside the church: 10205. The essence of the church is to acknowledge the Lord's divine nature and his oneness with the Father: 10083, 10112, 10370, 10738 [10728?], 10730, 10816-10818, 10820.

[4] The Word has a great deal to say about the Lord's glorification: 10828. This is everywhere in the inner meaning of the Word: 2249, 2523, 3245. The Lord glorified his human nature but not his divine nature, because the latter was intrinsically glorified: 10057. The Lord came into the world to glorify his human nature: 3637, 4286 [4287?], 9315. The Lord glorified his human nature by means of the divine love that was within him from conception: 4727. The Lord's love for the whole human race was the Lord's life in this world: 2253. The Lord's love transcends all human understanding: 2077. The Lord saved the human race by glorifying his human: 4180, 10019, 10152, 10655, 10659, 10828. Otherwise, the whole human race would have perished in eternal death: 1676. On the Lord's states of glorification and humiliation: 1785, 1999, 2159, 6866. When "glorification" is attributed to the Lord, it means his human becoming one with the Divine, and "glorifying" means "making divine": 1603, 10053, 10828. When the Lord glorified his human, he laid aside the human he had received from his mother so completely that he was no longer her son: 2159, 2574, 2649, 3036, 10829 [10830?].

[5] The Son of God from eternity was the divine truth in heaven: 2628, 2798, 2803, 3195, 3704. The Lord also made his human nature divinely true from the divine good that was in him when he was in the world: 2803, 3194-3195, 3210, 6716, 6864, 7014, 7499, 8127, 8724, 9199. The Lord then arranged everything within himself in the heavenly form that accords with divine truth: 1928, 3633. Therefore the Lord is called the Word, which is divine truth: 2533, 2818 [2813?], 2859, 2894, 3393, 3712. Only the Lord possessed perception and thought from himself and above all angelic perception and thought: 1904, 1914-1915 [1919?].

The Lord made the divine truth that was himself one with the divine good that was in himself: 10047, 10052, 10076. This uniting was reciprocal: 2004, 10067.

[6] When the Lord left this world, he also made his human divinely good: 3194, 3210, 6864, 7499, 8724, 9199, 10076. This is what is meant by "going out from the Father" and "returning to the Father": 3194, 3210. This is how he became one with the Father: 2751, 3704, 4766. Since this union, divine truth emanates from the Lord: 3704, 3712, 3969, 4577, 5704, 7499, 8127, 8241, 9199, 9398. Examples of the way divine truth emanates: 7270, 9407. The Lord united his human to his divine nature by his own power: 1616, 1749, 1753 [1752?], 1813, 1921, 2025-2026, 2523, 3141, 5005, 5045, 6716. It therefore stands to reason that the Lord's human nature was not like the human nature of any other person, because it was conceived by the Divine itself: 10125, 10826. His union with the Father, who was the source of his soul, was not like a union between two entities, but like that between soul and body: 3737, 10824.

[7] The earliest people were not able to worship a divine reality but a divine manifestation, which is the divine human; so the Lord came into the world in order to become the divine manifestation from the divine reality: 4687, 5321. The early people acknowledged the Divine because it appeared to them in human form, and this form was the divine human: 5110, 5663, 6846, 10737. The infinite reality cannot flow into heaven among angels or into people on earth except through the divine human: 1646 [1676?], 1990, 2016, 2035 [2034?]. In heaven, no other Divine is perceived except the divine human: 6475, 9303, 9267 [9315, 9356], 10067. The divine human from eternity was the divine truth in heaven and the divine nature passing through heaven; so it was the divine manifestation, which later, in the Lord, became the divine reality in its own right, the source of the divine manifestation in heaven: 3061, 6280, 6880, 10579. What the state of heaven was like before the Coming of the Lord: 6371-6373. The Divine was not perceptible except as it passed through heaven: 6982, 6996, 7004.

[8] The inhabitants of all the planets worship the Divine in human form - therefore, the Lord: 6700, 8541-8547, 10736-10738. They are overjoyed when they hear that the Lord actually became a human: 9361. The Lord accepts everyone who is involved in what is good and worships the Divine in human form: 9359. It is impossible to think about God except in human form, and what is incomprehensible does not accord with any concept, so it does not accord with any faith: 9359, 9972. We can worship something of which we have some concept, but not something of which we have no concept: 4733, 5110, 5633 [5663?], 7211, 9267 [10067?], 10267. Therefore by most people worldwide the Divine is worshiped in human form; and this is the case because of an inflow from heaven: 10159. When people who are engaged in what is good in their behavior think about the Lord, they think about a divine human, and not about some human separated from the Divine. It is different for people who are not engaged in what is good in their behavior: 2326, 4724, 4731, 4766, 8878, 9193, 9198. The people nowadays who think about the Lord's human apart from the Divine are the ones in the church who are engaged in evil in their behavior and those who are in faith separated from thoughtfulness; also some reasons why they do not grasp what the divine human is: 3212, 3241, 4689, 4692, 4724, 4731, 5321, 6372 [6872?], 8878, 9193, 9198. The Lord's human was divine because he had his soul from the very reality of the Father; illustrated by the resemblance of a father in his children: 10270 [10269?], 10372, 10823. Also because it came from divine love, which was the very reality of his life from conception: 6872. The nature of every individual is determined by his or her deepest love; and each of us is his or her own deepest love: 6872, 10177, 10284. The Lord made his whole human nature divine - both its inward and its outward constituents: 1603, 1815, 1902, 1926, 2093, 2803 [2083?]. So, unlike any other person, he rose with his whole body: 1729, 2083, 5078, 10825.

[9] The divinity of the Lord's human is recognized in his omnipresence in the Holy Supper: 2343, 2359. It is also recognized in his transfiguration before the three disciples; 3212, and also from the Word of the Old Testament, where he is called "God": 10154; and where he is called "Jehovah": 1603, 1736, 1815, 1902, 2921, 3035, 5110, 6281, 6303, 8864, 9194, 9315. In the literal meaning, a distinction is made between Father and Son or between Jehovah and the Lord, but this is not the case in the inner meaning of the Word that angels attend to: 3035. In the Christian world, the Lord's human is not recognized as divine, a situation that has come about in order that the pope might be recognized as his vicar: 3035 [4738?].

[10] Some Christians in the other life were examined to determine what kind of concept of the one God they had, and it was discovered that they had a concept of three gods: 2329, 5256, 10736-10738, 10821. A trinity or divine trine in one person - and therefore a single God - is conceivable, but a trinity in three persons is not: 10738, 10821, 10824. A divine trine in the Lord is acknowledged in heaven: 14-15, 1729, 2005 [2004?], 5256, 9303. The trine in the Lord is the essential divine nature called the Father, the divine human called the Son, the emanating Divine called the Holy Spirit, and this divine trine is one: 2149, 2156, 2288, 2321 [2319?], 2329, 2447, 3704, 6993, 7182, 10738, 10822-10823. The Lord himself teaches that the Father and he are one: 1729, 2004-2005, 2018, 2025, 2751, 3704, 3736, 4766; and the holy Divine emanates from him and is his: 3969, 4673, 6788, 6993, 7499, 8127, 8302, 9199, 9228-9229, 9270 [9264?], 9407, 9818, 9820, 10330.

[11] The divine human flows into heaven and makes heaven: 3038. The Lord is everything in heaven, and is heaven's life: 7211, 9128. The Lord dwells among angels in what is his: 9338, 10125, 10151, 10157. So people who are in heaven are in the Lord: 3637-3638. The union of the Lord with angels takes place according to their acceptance of the quality of love and thoughtfulness from him: 904, 4198, 4206 [4205?], 4211, 4320 [4220?], 6280, 6832, 7042, 8819, 9680, 9682-9683, 10106, 10811 [10810?]. The whole heaven corresponds directly to the Lord: 551-552. The Lord is the common center of heaven: 3633. Everyone there turns toward the Lord, who is above the heavens: 9828, 10130, 10189. However, angels do not turn themselves toward the Lord; rather, the Lord turns them toward himself: 10189. There is no presence of angels with the Lord, but there is a presence of the Lord with angels: 9415. There is no union with the essential Divine in heaven, but there is with the divine human: 4211, 4724, 5633 [5663?].

[12] Heaven corresponds to the Lord's divine human, and heaven overall is therefore like a single person; and therefore heaven is called the universal human: 2996, 2998, 3624-3649, 3636-3643, 3741-3745, 4625. The Lord is the only person, and only those who accept something divine from him are human: 1894. To the extent that they do so accept, they are human beings and images of him: 8547. Therefore angels are forms of love and thoughtfulness in human form, which is [given] by the Lord: 3804, 4735, 4797, 4985, 5199, 5530, 9879, 10177.

[13] The whole heaven belongs to the Lord:

2751, 7086. He has all power in the heavens and on earth: 1607, 10089, 10827. Because the Lord rules the entire heaven, he also rules everything that depends on it - therefore everything in the world: 2026-2027, 4523-4524. The

Lord alone possesses the power to move the hells away from us, restrain us from evils and keep us in good, and thus to save us: 10019.

1607. That 'for all the land which you see I will give to you' means the heavenly kingdom which was to be the Lord's is clear from the meaning of 'land' - the land of Canaan in this context since the words used are 'the land which you see' - as the heavenly kingdom. Indeed the land of Canaan represented the Lord's kingdom in the heavens, which is heaven, and also the Lord's kingdom on earth, which is the Church. This meaning of 'land' has been discussed frequently already. That the kingdom in heaven and on earth was given to the Lord is clear from various places in the Word, as in Isaiah,

A Boy is born, a Son is given to us; and the government will be upon His shoulder, and His name will be called, Wonderful, Counsellor, God, Hero, Father of Eternity, Prince of Peace. Isaiah 9:6.

In Daniel,

I saw in the night visions, and behold with the clouds of the heavens One like the Son of Man was coming, and He came even to the Ancient of Days, and they brought Him near before Him. And to Him was given dominion and glory and kingdom, and all peoples, nations, and languages will serve Him. His dominion is an eternal dominion which will not pass away, and His kingdom one that will not perish. Daniel 7:13-14.

The Lord Himself also says the same: in Matthew,

All things have been delivered to Me by My Father. Matthew 11:27; Luke 10:22.

Elsewhere in Matthew,

[All] power in heaven and on earth has been given to Me. Matthew 28:18.

In John,

You have given to the Son power over all flesh in order that all You have given Him, to them He may give eternal life. John 17:2-3.

And 'sitting on the right hand' has the same meaning, as in Luke,

From now on the Son of Man will be seated at the right hand of the power of God. Luke 22:69.

[2] As regards all power in heaven and on earth being given to the Son of Man, it should be recognized that the Lord already had power over all things in heaven and on earth before He came into the world, for He was God from eternity and He was Jehovah, as He Himself plainly declares in John,

Now, Father, glorify Me in Your Own Self with the glory I had with You before the world was. John 17:5.

And in the same gospel,

Truly, Truly, I say to you, before Abraham was, I am. ¹ John 8:58.

In fact He was Jehovah and God to the Most Ancient Church which existed before the Flood, and was seen by them. He was also Jehovah and God to the Ancient Church which existed after the Flood; and He was the One whom all the religious observances of the Jewish Church represented, and the One they worshipped. The reason the Lord says that all power in heaven and on earth has been given to Him, as though it had not been His till then, is that 'the Son of Man' is used to mean His Human Essence which became Jehovah as well after it had been united to His Divine Essence. Power was given to Him at that point, which would not have been possible until He was glorified, that is, until His Human Essence as well, through union with the Divine Essence, had life in Itself and likewise became Divine and Jehovah, as He Himself declares in John,

As the Father has life in Himself, so He has granted the Son to have life in Himself. John 5:26.

[3] It is His Human Essence or External Man that is named 'the Son of Man' in the passage quoted from Daniel, and 'a Boy born, a Son given to us' in the passage quoted from Isaiah. The fact that the heavenly kingdom would be given to Him, and all power in heaven and on earth, was shown and promised to Him then, and is the meaning of the statement 'all the land which you see I will give to you, and to your seed after you for ever'. This was before His Human Essence had been united to His Divine Essence, a union which took place when He had overcome the devil and hell, that is to say, when by His own strength and powers He had cast out all evil, which alone causes the severance.

Voetnoten: