Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6636

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

6636. DE INNERLIJKE ZIN

vers 1-5. En deze zijn de namen van de zonen Israëls, komende in Egypte met Jakob; de man en zijn huis kwamen zij. Ruben, Simeon, Levi en Juda. Issaschar, Zebulon en Benjamin Dan en Naftali, Gad en Aser. En het was alle ziel, uitgegaan van Jakobs dij, zeventig zielen; en Jozef was in Egypte.

Deze zijn de namen van de zonen Israëls, betekent het hoedanige van de Kerk; komende in Egypte met Jakob, betekent nadat de waarheden waren ingewijd in de wetenschappen; de man en zijn huis kwamen zij, betekent ten aanzien van het ware en ten aanzien van het goede; Ruben, Simeon, Levi en Juda; Issaschar, Zebulon en Benjamin; Dan en Naftali, Gad en Aser, betekenen de voortgang van de aanvang tot het einde; en het was alle ziel, uitgegaan van Jakobs dij, betekent alle dingen die uit het algemeen ware zijn; zeventig zielen, betekent het volle; en Jozef was in Egypte, betekent dat het hemels innerlijke was in het natuurlijke.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3421

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3421. Dat de woorden ‘en hij noemde dezelver namen’ de hoedanigheid ervan betekenen, blijkt uit de betekenis van namen noemen, namelijk de hoedanigheid, waarover de nrs. 144, 145, 1754, 1896, 2009, 2724, 3006, 3237;

en aangezien de namen of de naam noemen de hoedanigheid is, betekent noemen zonder dat de naam wordt vermeld, in de innerlijke zin van het Woord ‘van dien aard zijn’, zoals bij Jesaja:

‘Hoort dit, gij huis van Jakob, die genoemd worden met de naam van Israël en uit de wateren van Jehudah voortgekomen zijn; want van de stad der heiligheid worden zij genoemd en zij steunen op de God Israëls’, (Jesaja 48:1, 2) waar ‘van de stad der heiligheid genoemd worden’ staat voor: van dien aard zijn. En bij Lukas:

‘Zie, gij zult ontvangen in de baarmoeder en een zoon baren en gij zult Zijn naam heten Jezus. Deze zal groot zijn en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden’, (Lukas 1:31, 32);

de Zoon des Allerhoogste genaamd worden, staat voor: Zijn.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De Bijbel

 

Exodus 17:15

Studie

       

15 En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde deszelfs naam: De HEERE is mijn Banier!