Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6443

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

6443. En aan de avond de prooi verdelen; dat dit het bezit van hen in het rijk van de Heer betekent, terwijl zij nog in het duistere zijn, staat vast uit de betekenis van de avond, namelijk het duistere, nrs. 3056, 3833;

en uit de betekenis van de prooi verdelen, namelijk bezit geven in het hemelse rijk; met de prooi worden immers diegenen aangeduid die losgerukt en bevrijd zijn door de Heer; vandaar wordt met de prooi verdelen de uitreiking aangeduid, namelijk onder hen die in de hemel zijn, wat hetzelfde is als het bezit van hen in het rijk van de Heer. Dat er gezegd wordt dat dit in de avond plaatsvindt, komt omdat zij die in de hemel worden geheven, eerst in het duistere zijn, want zij kunnen niet tot helderheid komen voordat zij in de hemel zijn geweest en uit de Heer door de engelen bij wie zij in gezelschap zijn, worden gezonden, zijn onderricht over de ware dingen; er is immers een tijdruimte nodig om het door de valse dingen veroorzaakte duistere te verstrooien.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3056

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3056. Dat de woorden ‘tegen de avondtijd’ de toen meer duistere staat betekenen, blijkt uit de betekenis van de tijd, te weten de staat, waarover de nrs. 2625, 2788, 2837;

en uit de betekenis van de avond, namelijk het duistere; want de avond betekent in het Woord de staat, die voorafgaat aan de laatste staat van een Kerk die ten ondergaat; de laatste staat wordt nacht genoemd en ook betekent dit de eerste staat van de verrijzende Kerk, die morgen wordt genoemd, zie nr. 2323; in beide zinnen is dit het duistere, wat door de avond wordt aangeduid; hier echter het duistere, dat de morgen voorafgaat.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2837

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

2837. Dat de woorden ‘Jehovah zal zien’ de voorzienigheid van de Heer betekenen, blijkt uit de betekenis van ‘zien’ wanneer het Jehovah of de Heer betreft, namelijk voorzien en in iets voorzien, waarover in nr. 2807.

Dat Jehovah de Heer is, zie men in de nrs. 1343, 1736, 2156, 2329. In de letterlijke zin is dit de benaming van een plaats, maar in de innerlijke zin is het de hoedanigheid van een staat die beschreven wordt; want tijden en ruimten zijn louter van de natuur; wanneer daarom de zin van de letter van het Woord overgaat van de natuur in de hemel, verdwijnt de natuurlijke voorstelling van die dingen geheel en al en wordt een daarmee overeenstemmende geestelijke voorstelling.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl