Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5286

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5286. En nu zie Farao; dat dit het vooruitzien van het natuurlijke betekent, staat vast uit de betekenis van zien, namelijk vooruitzien, want zien sluit hier het actieve in, namelijk opdat men het zal doen; wanneer zien echter niet insluit dat iets moet worden gedaan, betekent het verstaan en bemerken, zoals in de nrs. 2150, 2325, 2807, 3764, 3863, 4403-4421, 4567, 4723, 5114 is getoond. Met het vooruitzien van het natuurlijke is het als volgt gesteld: het natuurlijke van de mens of zijn natuurlijk gemoed, dat beneden zijn redelijk gemoed is, ziet niet wat ook vooruit vanuit zich, hoewel het wel zo schijnt alsof het dit uit zich doet, maar dit vooruitzien is uit het innerlijke; dit ziet vooruit in het uiterlijke, bijna zoals een mens zichzelf in een spiegel ziet, waarin het beeld verschijnt alsof het daar was; dit wordt eveneens in de innerlijke zin daarmee voorgesteld dat Jozef het tot Farao zegt en door Jozef wordt het hemelse van het geestelijke uitgebeeld, dat innerlijk is en door Farao het natuurlijke dat uiterlijk is; en Jozef verscheen aan Farao als die inzichtsvolle en wijze man zelf over wie wordt gesproken.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De Bijbel

 

Jesaja 29:10

Studie

       

10 Want de HEERE heeft over ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten; de profeten, en uw hoofden, en de zieners heeft Hij verblind.