Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5132

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5132. En doe, ik bid u, barmhartigheid met mij; dat dit de opneming van de naastenliefde betekent, staat vast uit de betekenis van de barmhartigheid, namelijk de liefde, nrs. 3063, 3073, 3120, 5042; hier de liefde jegens de naaste of de naastenliefde, omdat hiervoor in nr. 5130 sprake was over de opneming van het geloof; het geloof immers en de naastenliefde moeten één uitmaken in het zinlijke wanneer dit wordt wedergeboren. Dat de barmhartigheid de naastenliefde betekent, komt omdat allen die in de naastenliefde zijn, in de barmhartigheid zijn of omdat degenen die de naaste liefhebben, zich over hem erbarmen; daarom worden de betrachtingen van de naastenliefde in het Woord met de werken van de barmhartigheid beschreven, zoals bij Mattheüs:

‘Ik ben hongerig geweest en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen; naakt en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en gij zijt tot Mij gekomen’, (Mattheüs 25:35, 36) en elders daarmee dat men de armen, de verdrukten, de weduwen en de wezen wel moet doen. De naastenliefde is in haar wezen de naaste wel willen en door het goede aangedaan worden en als de naaste het goede erkennen, dus hen die in het goede zijn, met een verschil voor zoveel als zij in het goede zijn; vandaar wordt de naastenliefde, omdat zij door het goede wordt aangedaan, door de barmhartigheid aangedaan jegens hen die in ellende zijn; het goede van de naastenliefde heeft dit in zich, omdat zij neerdaalt vanuit de liefde van de Heer jegens het algehele menselijke geslacht en die liefde is de barmhartigheid, omdat het gehele menselijke geslacht in ellende verkeert. De barmhartigheid verschijnt soms bij de bozen die in geen naastenliefde zijn, maar het is de smart met als oorzaak dat de boze zelf lijdt; het is er immers een jegens de vrienden die één met hem maken en wanneer deze lijden, lijdt hijzelf. Deze barmhartigheid is niet de barmhartigheid van de naastenliefde, maar het is de barmhartigheid van de vriendschap ter wille van zich en die is in zich beschouwd, onbarmhartigheid, want zij veracht of haat alle anderen behalve zichzelf, dus behalve de vrienden die één met hem maken.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3063

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3063. Dat de woorden ‘en doe barmhartigheid’ de invloeiing van de liefde betekenen, blijkt uit het wezen van de barmhartigheid, namelijk de liefde. De liefde zelf wordt in barmhartigheid verandert en wordt barmhartigheid, wanneer iemand die hulp nodig heeft, wordt aangezien uit liefde of naastenliefde; vandaar is de barmhartigheid de uitwerking van de liefde jegens hulpbehoevenden en ellendigen. Hier wordt echter onder de barmhartigheid in de innerlijke zin de liefde verstaan en door barmhartigheid doen, de invloeiing van de liefde, omdat het geschiedt vanuit het Goddelijke Zelf van de Heer in Zijn Goddelijk Menselijke; want het is de Goddelijke liefde, die de Heer had, waardoor Hij Zijn Menselijke Goddelijk maakte, want de liefde is het Zijn zelf van het leven, maar de Goddelijke Liefde heeft niemand dan de Heer. Men zie waar eerder over de Liefde van de Heer is gezegd; namelijk dat het leven van de Heer liefde was jegens het gehele menselijke geslacht, nr. 2253;

en dat Hij daaruit streed, nrs. 1690, 1789, 1812, 1813, 1820;

dat zij alle verstand te boven gaat, nrs. 1799, 2077;

dat de Heer de Goddelijke Liefde Zelf is, nrs. 2500, 2077, 2572;

dat Jehovah liefde is, nr. 1735;

dat niets leeft dan de liefde, nr. 1589;

dat wie wederkerige liefde heeft, het leven van de Heer heeft, nrs. 1799, 1802, 1803;

dat de liefde en de naastenliefde het hemelse zelf is, nrs. 1419, 1824.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1419

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

1419. Dat de woorden ‘en Ik zal uw naam groot maken’ de heerlijkheid betekenen, kan zonder verklaring duidelijk zijn; in de uiterlijke zin wordt door naam maken en door heerlijkheid iets werelds aangeduid, maar in de innerlijke zin het hemelse; dit hemelse bestaat niet in het streven, de grootste te zijn, maar in het streven de kleinste te zijn, of allen te dienen, zoals de Heer Zelf leert bij Mattheüs:

‘Alzo zal het onder u niet zijn, maar zo wie onder u zal willen groot worden, die zal uw dienaar moeten zijn; en zo wie onder u zal willen de eerste zijn, die zal uw dienstknecht moeten zijn; gelijk de Zoon des Mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot verlossing voor velen’, (Mattheüs 20:26, 27, 28; Markus 10:44, 45). De hemelse liefde bestaat hierin, niet zichzelf maar anderen toe te behoren, zodat zij al het hare aan anderen wil geven; hierin bestaat het wezen van de hemelse liefde. Omdat de Heer de Liefde Zelf is, of het wezen en het leven van de liefde van allen in de hemelen, wil Hij aan het menselijk geslacht al het Zijne geven. Dit is het wat door deze woorden van de Heer wordt aangeduid, namelijk dat de Zoon des Mensen is gekomen, om Zijn ziel tot verlossing voor velen te geven. Hieruit blijkt dat de naam en de heerlijkheid in de innerlijke zin geheel iets anders zijn dan in de uiterlijke zin; daarom worden in de hemel allen, die groot en de grootsten begeren te worden, verworpen, omdat zoiets tegen het wezen en het leven van de hemelse liefde indruist, welke van de Heer is. Dit is ook de reden, waarom niets aan de hemelse liefde meer tegenovergesteld is dan de eigenliefde; hierover zie men wat uit ondervinding is meegedeeld in de nrs. 450, 452, 952.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl