Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4300

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

Bestudeer deze passage

  
/ 325  
  

Tot nu toe bevat deze vertaling passages tot en met #325. Er wordt waarschijnlijk nog aan gewerkt. Als je op de pijl naar links drukt, vind je het laatste nummer dat vertaald is.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5440

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5440. En zij zeiden: Wij uw knechten zijn twaalf broeders; dat dit betekent dat alle dingen van het geloof tezamen zo verbonden waren, staat vast uit de betekenis van twaalf, namelijk alle dingen; en wanneer daarvan wordt gesproken met betrekking tot de zonen van Jakob, zoals hier, of tot de naar hen genoemde stammen en eveneens tot de apostelen, zijn het alle dingen van het geloof in één samenvatting, waarover de nrs. 577, 2089, 2129, 2130, 2553, 3272, 3488, 3858, 3862, 3913, 3926, 3939, 4060;

en uit de betekenis van de broeders, namelijk de verbinding door het goede, want wanneer de ware dingen door het goede worden verbonden, nemen zij onder elkaar als het ware een broederschap aan; indien zij zonder het goede verbonden verschijnen, zijn zij toch niet verbonden; de valse dingen van het boze treden steeds binnen en ontbinden; de oorzaak hiervan is deze dat zij niet één oorsprong hebben waar vanuit zij zijn, noch één doel hebben waarnaar zij streven; het eerste en het laatste moeten verbinden opdat er verbinding zal zijn; het eerste moet het goede zijn waaruit zij zijn en het laatste moet het goede zijn waarnaar zij streven; en bovendien moet, opdat de ware dingen verbonden zijn, het goede universeel regerend zijn; wat universeel regeert, dat verbindt. Dat de broeder de aandoening van het goede is, en dus het goede, zie de nrs. 2524, 2360, 3303, 3459, 3803, 3815, 4121.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl