Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3201

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3201. Vers 64, 65. En Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk en zij viel van de kameel af. En zij zei tot de knecht: Wie is die man, die daar in het veld ons tegemoet wandelt; en de knecht zei: Dat is mijn heer; en zij nam de sluier en bedekte zich. Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk, betekent de wederkerige aandacht van de aandoening van het ware; en zij viel van de kameel af, betekent haar scheiding van de wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, tot de innerlijke gewaarwording van het redelijk goede; en zij zei tot de knecht, betekent het onderzoek door het Goddelijk Natuurlijke; wie is die man die daar in het veld ons tegemoet wandelt, betekent, ten aanzien van het redelijke, dat alleen in het goede was; en de knecht zei: Dat is mijn heer, betekent de erkenning; en zij nam de sluier en bedekte zich, betekent de schijnbaarheden van het ware.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De Bijbel

 

Genesis 24:58

Studie

       

58 En zij riepen Rebekka, en zeiden tot haar: Zult gij met deze man trekken? En zij antwoordde: Ik zal trekken.

De Bijbel

 

Genesis 24:65

Studie

       

65 She said to the servant, "Who is the man who is walking in the field to meet us?" The servant said, "It is my master." She took her veil, and covered herself.