Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3201

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3201. Vers 64, 65. En Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk en zij viel van de kameel af. En zij zei tot de knecht: Wie is die man, die daar in het veld ons tegemoet wandelt; en de knecht zei: Dat is mijn heer; en zij nam de sluier en bedekte zich. Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk, betekent de wederkerige aandacht van de aandoening van het ware; en zij viel van de kameel af, betekent haar scheiding van de wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, tot de innerlijke gewaarwording van het redelijk goede; en zij zei tot de knecht, betekent het onderzoek door het Goddelijk Natuurlijke; wie is die man die daar in het veld ons tegemoet wandelt, betekent, ten aanzien van het redelijke, dat alleen in het goede was; en de knecht zei: Dat is mijn heer, betekent de erkenning; en zij nam de sluier en bedekte zich, betekent de schijnbaarheden van het ware.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De Bijbel

 

Genesis 24:1

Studie

       

1 Abraham nu was oud, en wel bedaagd; en de HEERE had Abraham in alles gezegend.

Van Swedenborgs Werken

 

Arcana Coelestia #277

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

277. This is the internal sense. Anyone who keeps rigidly to the letter apprehends no more than this, that man was to obtain bread from the ground by means of hard work, that is, with sweat on his brow. 'Man' here however is not used to mean one individual but the Most Ancient Church. Neither is 'the ground' used to mean the ground, nor 'bread' bread, nor 'garden' garden, but things which are celestial and spiritual, as has been shown quite adequately.

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.