3018. Vers 2. En Abraham zei tot zijn knecht, de oudste van zijn huis, de bedienaar van alles, wat hij had: Leg, ik bid u, uw hand onder mijn dij. Abraham zei tot zijn knecht, de oudste van zijn huis, betekent de ordening en de invloeiing van de Heer in Zijn Natuurlijke, hetgeen ‘de knecht, de oudste van het huis’ is; de bedienaar van alles wat hij had, betekent de diensten van de natuurlijke mens; leg, ik bid u, uw hand onder mijn dij, betekent de verplichting daarvan ten aanzien van het vermogen tot het goede van de echtelijke liefde.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3205
3205. Dat de woorden ‘wie is die man, die ons in het veld tegemoet wandelt’ betekenen, ten aanzien van het redelijke, dat in het goede alleen was, namelijk het onderzoek daarnaar, blijkt uit wat eerder gezegd is over Izaäk, namelijk dat hij uitging om te overdenken in het veld, waarmee de staat van het redelijke in het goede werd aangeduid, zie nr. 3196; hier wordt het redelijke aangeduid door ‘die man’ en het zijn daarvan in het goede, door ‘wandelen – namelijk om te overdenken – in het veld; ons tegemoet, wil zeggen ter verbinding.