Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1383

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

1383. GENESIS – TWAALFDE HOOFDSTUK

De innerlijke gewaarwording van geesten en engelen, en de sferen in het andere leven. Onder de wonderen in het andere leven behoren de innerlijke gewaarwordingen; hiervan bestaan twee soorten: de ene, die de engelen eigen is, bestaat hierin, dat zij innerlijk gewaarworden, wat waar en goed is, en wat van de Heer komt, wat van henzelf, en verder, wanneer dat wat zij denken, spreken en doen, van henzelf komt, vanwaar het is en van welke aard. De andere soort, die allen met elkaar gemeen hebben, en welke de engelen in de hoogste volmaaktheid bezitten en de geesten overeenkomstig hun hoedanigheid, bestaat hierin, dat zij bij de eerste nadering van de ander weten, van welke aard hij is

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De Bijbel

 

Genesis 12:12

Studie

       

12 En het zal geschieden, als u de Egyptenaars zullen zien, zo zullen zij zeggen: Dat is zijn huisvrouw; en zij zullen mij doden, en u in het leven behouden.

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1561

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

1561. Dat de woorden ‘en Abram riep aldaar de naam van Jehovah aan’ de innerlijke godsdienst in die staat betekenen, blijkt uit de betekenis van het aanroepen van de naam van Jehovah, waarover eerder in de nrs. 440 en 1455 is gehandeld. Dat hier ook van het altaar melding wordt gemaakt, en dat gezegd wordt, dat hij de naam van Jehovah aanriep, evenals in het achtste vers van het vorige hoofdstuk, komt omdat het soortgelijke staten zijn, met dit verschil, dat de laatste lichtvol is met betrekking tot de eerste. Wanneer de erkentenissen worden geplant in de vorige staat, waarvan sprake was, maken deze hem lichtvol. Wanneer het ware en het goede door de erkentenissen met het vroegere hemelse worden verbonden, wordt de werkzaamheid van het hemelse aldus beschreven. De godsdienst zelf is niets anders dan een zekere werkzaamheid, welke bestaat door het hemelse dat daarbinnen zetelt. Het hemelse zelf kan nooit zonder werkzaamheid zijn. De godsdienst is de eerste werkzaamheid, want zo uit het zich, omdat het daarin vreugde voelt. Al het goede van de liefde en van de naastenliefde is het wezenlijke werkzame zelf.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl