1039. Dat de woorden ‘dat Ik geef tussen Mij en tussen u’ de verbinding van de Heer met de mens door de naastenliefde betekenen, blijkt uit wat thans over het verbond en over het teken van het verbond is gezegd; het verbond is namelijk de tegenwoordigheid van de Heer in de naastenliefde; tussen Mij en tussen u is de daaruit voortvloeiende verbinding; ‘geven’ wil zeggen, maken dat het verbond bestaat.