Commentaar

 

Een kerk is geen gebouw

Door New Christian Bible Study Staff, John Odhner (machine vertaald in Nederlands)

Ásólfsskálakirkja in Iceland.

Het concept van een "kerk" in de Schriften is zowel complex als prachtig organisch, verbonden met de leer over de aard van de Heer en de daaruit voortvloeiende aard van de mensheid.

De Schriften zeggen dat de Heer in zijn essentie - zijn eigenlijke inhoud - volmaakte, oneindige liefde is, een liefde die de schepping heeft aangedreven, die de ultieme bron van de werkelijkheid is, en die de werkelijkheid voortdurend in stand houdt. Die liefde wordt uitgedrukt in vorm als volmaakte, oneindige wijsheid, die vorm gaf aan de schepping en vorm gaf aan de werkelijkheid.

Diepgaand spul! Daarover kun je elders meer lezen, maar waar het hier om gaat is dat de hele schepping, van de kleinste elementen tot het hele universum, dezelfde structuur weerspiegelt. Het is aanwezig in de natuur zelf, aangedreven door de warmte (liefde) en het licht (wijsheid) van de zon. Het is aanwezig in de essentiële vormen van leven, met planten (die geworteld zijn; die weinig veranderen; die ongevoelig zijn; die worden aangedreven door licht) die elementen van wijsheid en dieren (warm, voelend, mobiel, steeds wisselend, aangedreven door warmte) die vormen van liefde vertegenwoordigen. Het is aanwezig in de bijna-universele verdeling in mannelijke (wijsheid) en vrouwelijke (liefde) aspecten van zowel planten als dieren.

Die structuur zit ook in ieder van ons. In gemeenschappelijke taal zouden we dit ons hart en onze geest kunnen noemen - wat we willen en wat we denken. De Schriften spreken vaak over hen als goed (liefde; wat we in ons hart willen) en waarheid (wijsheid; wat we in onze geest weten) of als wil (hart) en begrip (geest). Deze elementen definiëren ons niet alleen, ze zijn ook de sleutel tot ons spirituele lot. We kunnen ze gebruiken om de liefde van de Heer te aanvaarden, in het belang van het leven te komen en uiteindelijk naar de hemel te gaan. We kunnen ze ook gebruiken om de liefde van de Heer te verwerpen en naar de hel te draven.

En er zijn nog meer lagen. De Schriften zeggen dat alle menselijke samenlevingen in menselijke vorm zijn, met functies die analoog zijn aan het menselijk lichaam. Dit geldt voor kleine groepen zoals gezinnen, grote bedrijven, hele naties en uiteindelijk zowel de hele mensheid in deze wereld als de hele hemel in de volgende.

Tot de belangrijkste menselijke samenlevingen behoren natuurlijk de kerken. Aangezien het concept van een "kerk" echter gebaseerd is op de menselijke vorm, kunnen kerken zoals bedoeld in de Schriften vele vormen aannemen. Aan het ene uiteinde van de schaal is iedere persoon die ware ideeën heeft over goed en kwaad en daarnaar leeft, zelf een kerk. Aan de andere kant van de schaal vormen alle mensen in de hele wereld die in de liefde voor de naaste geloven - en vanuit dat geloof handelen - samen één kerk.

Veel andere varianten liggen tussen deze twee uitersten, maar de meeste verwijzingen naar "kerk" in de Schriften betekenen de gemeenschap van degenen die het Woord hebben, de Heer kennen en zijn geboden volgen. Deze mensen hebben toegang tot de best mogelijke waarheid en het diepst mogelijke begrip over de aard van de Heer en wat Hij van ons wil.

Zo'n kerk speelt een vitale rol: De Heer werkt erdoorheen om ideeën te krijgen over het goed zijn in de geest van mensen en het verlangen om goed te zijn in de innerlijke uitsparingen van hun hart, en reikt ver voorbij die kerk zelf om iedereen in de wereld te raken. In feite zeggen de Schriften dat er in wezen een huwelijk is tussen de Heer en de kerk, met de kerk in de rol van de bruid en de vrouw, die ware ideeën en goede verlangens voortbrengt zoals een vrouw kinderen voortbrengt.

Om deze functie te beschermen heeft de Heer ervoor gezorgd dat er door de geschiedenis heen (en in de prehistorie) altijd een kerk is geweest die deze rol heeft vervuld.

De eerste daarvan was de Meest Oude Kerk, vertegenwoordigd door Adam; deze werd geïnspireerd door de liefde van de Heer. De tweede was de Oude Kerk, vertegenwoordigd door Noach; deze werd geïnspireerd door de liefde voor de naaste en de kennis van de Heer. De derde was de Israëlitische kerk, die geen innerlijke liefde voor het goede had, maar de ideeën van de Heer bewaarde. De vierde was de primitieve christelijke kerk, die een nieuw, meer direct begrip had op basis van de leer van de Heer. De vijfde, volgens de Schriften, moet gebaseerd zijn op het diepere begrip dat door de Schriften en hun uitleg van de Bijbel wordt geboden.

Er is nog veel meer te zeggen, maar we zullen nog één ander punt benadrukken:

Wij als individuen zijn wie we zijn gebaseerd op wat we liefhebben, niet op wat we weten. We gaan naar de hemel of naar de hel op basis van wat we liefhebben, niet wat we weten. Weten, denken en zoeken naar de waarheid zijn belangrijke dingen, maar hun doel is om onze liefdes te vormen, te begeleiden en te dienen; de liefde is uiteindelijk waar het om gaat. De Schriftteksten maken duidelijk dat dit ook geldt voor de kerken: Ze zijn uiteindelijk gebaseerd op liefde, niet op kennis, op hun vastberadenheid om de naaste te dienen, niet op hun uiterlijke vormen van aanbidding. En als kerken dat gemeenschappelijke doel van het dienen van de naaste delen, dan zijn ze in wezen één, met doctrinaire variaties die van weinig belang zijn.

(Referenties: De Apocalyps Onthuld 533; Hemelse Verborgenheden 407, 768, 1799 [3-4], 2048, 2853 [2-3], 2910, 2982, 3310, 3773, 3963 [2], 4292, 4672, 4723, 5826 [2-3], 6637, 6648, 8152, 9256 [4-5], 9276 [2]; Echtelijke Liefde 116; Hemel En Hel 57; Over Het Woord 8; de Leer over de Gewijde Schrift 99, 104)

Van Swedenborgs Werken

 

Over het Woord #7

Bestudeer deze passage

  
/ 26  
  

7. De geestelijke zin van het Woord en over overeenstemmingen [Correspondenties].

17. Alle afzonderlijke dingen die in de natuur zijn, stemmen overeen met geestelijke dingen, evenzo alle dingen die in het menselijk lichaam zijn [zie meer hierover in het werk Hemel en hel, maar wat overeenstemming is, weet men heden niet. In de oudste tijden echter was de wetenschap van de overeenstemmingen de wetenschap der wetenschappen, en zelfs zo universeel dat door de Oudsten [ab antiquissimis] alle codices en boeken door overeenstemmingen werden geschreven; zoals bijvoorbeeld de fabelachtige dingen der Oudsten [vetustissimorum], de hiëroglyfen van de Egyptenaren; en ook het Boek Job, dat een boek der Oude kerk is, is vol van overeenstemmingen. Alle Oude kerken waren kerken die hemelse dingen uitbeeldden, al hun riten en hun erediensten bestonden vanuit louter overeenstemmingen; evenzo de kerk bij de zonen van Jakob; de brandoffers en de slachtoffers met hun afzonderlijke dingen waren overeenstemmingen, evenzo de tabernakel met de afzonderlijke dingen daarin; voorts ook hun feesten, zoals het feest der ongezuurde dingen, het feest der tabernakels, en het feest der eerstelingen, en ook alle inzettingen en gerichten. Omdat overeenstemmingen dingen zijn die in het laatste van de natuur bestaan, en omdat alle dingen van de natuur overeenstemmen, bestaat dus de letterlijke zin van het Woord uit louter overeenstemmingen. Ook de Heer sprak, omdat Hij vanuit Zijn Goddelijke het Woord sprak, ook door overeenstemmingen. Wat uit het Goddelijke is, en in zich Goddelijk is, valt tenslotte in zulke dingen die met de Goddelijke, de hemelse, en de geestelijke dingen overeenstemmen, en dus hemelse en geestelijke dingen in hun schoot verbergen, en betekenen. Wat verder overeenstemmingen zijn, kan worden gezien in de Hemelse Verborgenheden, waarin de overeenstemmingen die in Genesis en in Exodus zijn, werden ontvouwd; en bovendien zie men de daaruit verzamelde dingen over de overeenstemmingen in de Leer van het Nieuwe Jeruzalem en in het werk over Hemel en hel. De geestelijke of de innerlijke zin van het Woord is niets anders dan de volgens de overeenstemmingen ontrolde letterlijke zin, want hij leert het geestelijke dat door de engelen in de hemelen wordt doorvat, terwijl de mens in de wereld dat wat hij in het Woord leest, natuurlijk doorvat.

18. Het werd gehoord en doorvat vanuit de hemel, dat de mensen der Oudste kerk, zijnde diegenen die in de eerste hoofdstukken van Genesis onder Adam en Eva in de geestelijke zin worden verstaan, met de hemelse engelen zodanig vergezelschapt waren, dat zij met hen konden spreken door overeenstemmingen. Vandaar was de staat van hun wijsheid zodanig dat zij al wat zij op de aardbol zagen, tegelijk geestelijk doorvatten, dus verbonden met de engelen. Gezegd werd ook dat Enoch, van wie melding wordt gemaakt in Genesis [Genesis 4:17,18 en 5:19,21,24] met zijn metgezellen uit hun mond de overeenstemmingen verzamelde, en de wetenschap daarvan voortplantte tot de nakomelingen. Zo komt het dat de wetenschap van de overeenstemmingen in vele rijken van Azië niet alleen bekend was, maar ook beoefend werd, vooral in Egypte, Assyrië en Babel, Syrië, Mesopotamië, Arabië; voorts in Kanaän, van waaruit zij werd overgebracht naar Griekenland. Maar daar werd zij verkeerd in fabelachtige dingen, zoals alleen al kan vaststaan vanuit de Olympus, Helikon, en Pindus nabij Athene, en ook vanuit het gevleugelde paard, Pegasus genoemd, dat met zijn hoef een fontein brak waaraan de negen maagden hun zetel vestigden. Want een berg, dus de Helikon, betekent vanuit overeenstemming de hogere hemel; de heuvel onder de berg, die de Pindus was, de hemel beneden die; het gevleugelde paard of de Pegasus betekent het verstand verlicht uit het geestelijke; de fontein het inzicht en de ontwikkeling; de negen maagden de erkentenissen van het ware en de wetenschappen. Eender is het gesteld met de overige dingen die door de Oudsten in Griekenland geschreven werden en die fabelachtige dingen worden geheten, die door Ovidius in diens 'Metamorfosen' verzameld en beschreven werden.

19. Maar toen de uitbeeldende dingen der kerk in de loop der tijden werden veranderd tot afgoderijen, is vanuit de Goddelijke Voorzienigheid deze wetenschap achtereenvolgens in vergetelheid geraakt, en bij de Israëlitische en Joodse natie geheel en al ten gronde gericht, en uitgeblust. De eredienst van deze natie was weliswaar louter uitbeeldend, maar nochtans werd niet geweten wat de uitbeeldingen betekenden, want zij waren volslagen natuurlijke mensen, en zij konden noch wilden vandaar iets weten over de geestelijke mens, en over diens geloof en liefde, bijgevolg niet iets over overeenstemming. Dat de afgodische dingen der natiën in de oude tijden vanuit de wetenschap van de overeenstemmingen bij hen de oorsprong trokken, was omdat alle dingen die op de aardbol verschijnen, overeenstemmen. Niet slechts bomen, maar ook het vee en de vogels van elk geslacht, voorts de vissen en de overige dingen; en de Ouden, die in de wetenschap van de overeenstemmingen waren, maakten zich beelden die met geestelijke dingen overeenstemden, en zij verlustigden zich daarin, omdat deze hemelse dingen betekenden en vandaar van de kerk waren. Zij stelden zulke dingen niet alleen in hun tempels op maar ook in hun huizen, niet om deze te aanbidden, maar vanwege de herinnering aan het hemelse dat werd aangeduid. Daarom werden in Egypte kalveren, runderen, slangen, knapen, grijsaards, maagden, en meer dingen opgesteld; omdat het kalf de onschuld van de natuurlijke mens betekende; runderen de aandoeningen van de natuurlijke mens; slangen de voorzichtigheid van de zinlijke mens; een knaap de onschuld; grijsaards de wijsheid; maagden de aandoeningen van het ware, etc. Nadat de wetenschap van de overeenstemmingen daar in vergetelheid was geraakt, begonnen de nakomelingen, die niet wisten wat zij betekenden, de door de Ouden opgestelde beelden en nabootsingen, omdat zij in de tempels en naast de tempels waren opgesteld, te vereren als heilig, en tenslotte als godheden. De hiëroglyfen van de Egyptenaren zijn vanuit dezelfde oorsprong; evenzo bij de andere natiën, zoals Dagon bij de Filistijnen in Aschdod, die zoals een mens was van boven, en als een vis van onderen, welk beeld was uitgevonden omdat de mens het redelijk inzicht betekent, en de vis de natuurlijke wetenschap. Daarom waren ook de erediensten van de Ouden in tuinen en in bossen volgens de soorten der bomen, evenzo hun gewijde eredienst op de bergen. Tuinen en bossen betekenden het geestelijk inzicht, en elke willekeurige boom iets daarvan, zoals de olijfboom het goede der liefde, de wijnstok het ware van de geloofsleer; de ceder het redelijke daarvan, enz. De berg betekende de hemel; daarom was de eredienst der Oudsten op de bergen.

Dat de wetenschap der overeenstemmingen bij meerderen in de Oriënt gebleven is tot de Komst van de Heer, kan vaststaan uit de wijzen uit het Oosten, die tot de Heer kwamen toen Hij geboren werd; hun ging een ster voor, en zij droegen goud, wierook en mirre met zich; en tot de herders werd gezegd, zodat zij weten zouden dat het de Heer zelf was, dat het hun een teken zou zijn dat zij Hem zouden zien in een kribbe, in doeken gewikkeld, omdat er geen plaats was in de herberg. De ster die voorging betekende de erkentenis vanuit de hemel, want sterren in het Woord betekenen erkentenissen; goud betekende het hemels goede, wierook het geestelijk goede, en mirre het natuurlijk goede, vanuit welke drie dingen alle eredienst is. De kribbe waarin de Heer gevonden werd door de herders, betekende de geestelijke voeding, omdat paarden, die uit de kribbe gevoed worden, de verstandelijke dingen betekenen; de herberg waar geen plaats was, duidde op de Joodse kerk, waar in die tijd geen geestelijke voeding was, omdat alles van het Woord en dus alles van de eredienst was bij hen toen geschonden en verdraaid; vandaar staat in Lukas 2:12, dat dit hun een teken zou zijn dat het de Heer was. Maar toch was er in het geheel geen wetenschap van de overeenstemmingen bij de Israëlitische en de Joodse natie, hoewel alle dingen van hun eredienst, en al hun inzettingen en gerichten, en alle dingen van het Woord zuivere overeenstemmingen waren. De oorzaak was omdat die natie afgodisch van harte was, en zodanig dat zij zelfs niet wilde weten dat iets van hun eredienst enig hemelse en geestelijke betekende; want zij wilden dat al die dingen vanuit zich heilig zouden zijn en met hen in de uitwendige dingen. Zij zouden, als hun de geestelijke en hemelse dingen waren ontvouwd, ze niet slechts verworpen maar ook geprofaneerd hebben; daarom was de hemel voor hen zozeer gesloten dat zij nauwelijks wisten dat zij na de dood zouden leven. Dat het zo is, blijkt duidelijk, namelijk dat zij de Heer niet erkennen, hoewel de gehele Gewijde Schrift over Hem geprofeteerd en Hem voorzegd heeft. Zij verwierpen Hem uitsluitend omdat Hij hun leerde over het hemelse rijk en niet over het aardse rijk, want zij wilden een Messias, die hen boven alle natiën in de gehele wereld zou verhogen, en niet een Messias die hun eeuwig heil zou betrachten. Bovendien zeggen zij dat het Woord in zich vele verborgenheden bevat, die mystiek worden geheten; maar zij willen niet weten dat die zijn over de Heer en Zijn rijk, maar zij willen weten wanneer gezegd wordt dat zij over goud en alchemie handelen.

20. Dat de wetenschap der overeenstemmingen na die tijd niet ontdekt werd, had als oorzaak dat de Christenen in de primitieve kerk zeer eenvoudig waren zodat zij voor hen niet ontdekt kon worden, want als zij ontdekt was, zou zij hun van geen nut zijn geweest en ook niet gevat zijn geworden. Na die tijd ontstond duisternis over de gehele Christelijke kring vanuit het Papisme [pausgezinden], dat ten slotte Babylon werd. Zij die vanuit Babel zijn en zich in de valse dingen daarvan bevestigd hebben, zijn doorgaans zinnelijke natuurlijke mensen, en zij kunnen noch willen vatten wat het geestelijke is, dus wat de overeenstemming is van natuurlijke met geestelijke dingen. Want dan zouden zij worden overtuigd dat onder Petrus niet Petrus wordt verstaan; en voorts dat het Woord tot de binnenste dingen toe Goddelijk is; en dat een pauselijke uitspraak vergelijkenderwijs van geen waarde is. Na de Reformatie echter werden de hemelse waarheden voor hen verborgen, aangezien zij onderscheid begonnen te maken tussen het geloof en de naastenliefde, en één God te vereren onder drie personen, dus drie goden, die zij alleen maar één noemden. Zij zouden de waarheden, als zij toen ontdekt waren, vervalsen en ze afleiden tot het geloof alleen, en geen tot de naastenliefde en de liefde. Als toen de geestelijke zin van het Woord onthuld was, zouden zij de hemel toegesloten hebben ook door de vervalsing van haar; want het is iedereen geoorloofd de letterlijke zin van het Woord eenvoudig te verstaan, als hij maar niet de schijn van het ware die daarin is, bevestigt tot vernietiging van het echte ware toe; want het Woord interpreteren ten aanzien van de geestelijke zin daarvan vanuit valse dingen der leer, sluit de hemel, het opent die niet; maar de geestelijke zin interpreteren vanuit ware dingen van de leer opent de hemel, omdat het die zin is waarin de engelen zijn. Dus denkt de mens door die zin samen met de engelen, en aldus verbindt hij zich met die in het verstandelijk gemoed. Maar als de mens in valse leringen is en de geestelijke zin wil uitvorsen vanuit enige wetenschap van de overeenstemmingen, dan vervalst hij die. Anders is het als de mens vooraf in echte ware dingen is, want de geestelijke zin stemt samen met de ware dingen, en verschijnt vanuit de ware dingen, omdat die zin in het hemels licht is; maar nevel stemt samen met valse dingen, en als iets van het ware daarvan verscheen, dan zou in plaats van hemels licht dikke duisternis ontstaan, want de engelen wenden zich van hem af, en aldus sluiten zij voor hem de hemel. De geestelijke zin van het Woord wordt verstaan onder de tunica van de Heer, die niet samen genaaid was, en door de soldaten niet mocht worden verdeeld, maar de natuurlijke zin van het Woord, die de letterlijke zin daarvan is, wordt verstaan onder de klederen die de soldaten wèl verdeelden. Klederen in het Woord betekenen ware dingen en de klederen van de Heer de Goddelijke Ware dingen; daarom verschenen ook Zijn klederen toen Hij van gedaante veranderd werd voor Petrus, Jakobus, en Johannes, wit blinkend zoals licht.

21. Dat heden uit de Heer de geestelijke zin van het Woord is geopenbaard, is omdat de leer van het echte ware nu geopenbaard is. Die leer is voor een deel vervat in de Leer van het Nieuwe Jeruzalem, en in de werkjes die nu aan het publiek gegeven worden. Omdat die leer met de geestelijke zin van het Woord samenstemt, en niet met een andere, daarom werd die zin, samen met de wetenschap van de overeenstemmingen, nu voor het eerst onthuld. Die zin wordt ook aangeduid door de verschijning van de Heer in de wolken des hemels met heerlijkheid en deugd [Mat. 24:30,31]. In dat hoofdstuk wordt ook gehandeld over de voleinding der eeuw, waaronder de laatste tijd van de kerk wordt verstaan. Door de wolken des hemels wordt daar en elders het Woord in de letter aangeduid, dat ten opzichte van de geestelijke zin als een wolk is. Door de heerlijkheid wordt het Woord in zijn geestelijke zin aangeduid, wat tevens het Goddelijk Ware in het licht is; en de deugd duidt de macht daarvan in het Woord aan. De openbaring van het Woord naar de geestelijke zin werd ook beloofd in de Apocalyps. Die zin wordt daar verstaan onder het witte paard in hoofdstuk 19:11-14, en onder het grote avondmaal Gods, waarvoor Hij iedereen uitnodigde en vergaderde. Door velen die in valse dingen der leer zijn, vooral over de Heer, zal de innerlijke zin heel lang niet worden erkend, omdat zij de ware dingen niet toelaten. Zij worden verstaan onder het beest en onder de koningen des lands, die oorlog zullen maken met degene die op het witte paard zit [vers 19 daar]; onder het beest worden de Rooms-katholieken verstaan [Apocalyps 17:3], en onder de koningen des lands worden de Gereformeerden verstaan die in valse leer zijn. De mystieke dingen die sommigen in het Woord zoeken, zijn niets anders dan de geestelijke en de hemelse zin daarvan.

  
/ 26  
  

Published by Swedenborg Boekhuis, in the Netherlands.