Kampen in de Bijbel vertegenwoordigen geestelijke orde - de hele verzameling van verlangens van een persoon (of een kerkgemeenschap) naar het goede en ware ideeën over hoe goed te zijn, allemaal in de juiste opstelling om elkaar te ondersteunen en als één geheel te werken. Het ultieme voorbeeld hiervan is het kamp van de kinderen van Israël, verdeeld in de 12 stammen en opgezet volgens gedetailleerde instructies. Dankzij de organisatie ervan vertegenwoordigt het de hemel zelf, met de engelen allen op de plaatsen die het best passen bij hun diepste liefdes en gedachten. Daarom beschrijft Balaam, neerkijkend op het kamp vanaf de berg in Numeri 24, het met zo'n schoonheid: "Hoe goed zijn uw tenten, o Jakob, en uw tabernakels, o Israël! Als de valleien zijn zij uitgespreid, als tuinen aan de oever van de rivier, als de bomen van lign-aloes, die de Here geplant heeft, en als cederbomen aan het water." In omgekeerde zin stellen de kampen van de vijanden van Israël de helse orde voor, en de structuur van het kwaad en de valse overtuigingen die in slechte mensen heersen.