De Bijbel

 

Joël 2:29

Studie

       

29 Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten.

De Bijbel

 

I Koningen 8:36

Studie

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

Van Swedenborgs Werken

 

Apocalyps Onthuld #434

Bestudeer deze passage

  
/ 962  
  

434. En zij hadden haren zoals de haren van vrouwen, betekent dat het hun toescheen alsof zij in de aandoening van het ware waren.

In het Woord wordt met de man het verstand van het ware aangeduid en met de vrouw de aandoening van het ware, omdat de man wordt geboren als verstand en de vrouw als aandoening, zie het werk ‘de Wijsheid van de Engelen aangaande het Huwelijk’; met de haren in het Woord wordt aangeduid het laatste van het leven van de mens, namelijk het zinlijke, nr. 424; dit is het wat hun de schijn geeft alsof zij in de aandoening van het ware zijn, terwijl zij toch in de aandoening van het valse zijn, daarvan geloven zij immers dat dit het ware is.

Dat de vrouw de aandoening van het ware betekent, kan vaststaan uit vele plaatsen in het Woord; vandaar is het dat de Kerk wordt genoemd ‘echtgenote, vrouw, dochter, maagd’ en de kerk is Kerk vanuit de liefde of de aandoening van het ware, daarvanuit immers komt het verstand van het ware in wording.

De Kerk wordt vrouw genoemd in deze plaatsen:

‘Twee vrouwen van één moeder, die hoereerden in Egypte, Ohola, zijnde Samaria en Oholiba, zijnde Jeruzalem’, (Ezechiël 23:2-4).

‘Als een vrouw verlaten en verslagen van geest, heeft Jehovah u geroepen en als de vrouw van de jeugd’, (Jesaja 54:6, 7).

‘Jehovah zal het nieuwe op aarde scheppen: de vrouw zal de man omgeven’, (Jeremia 31:21, 22).

Met de vrouw omgeven door de zon, die de draak vervolgde’, (Openbaring 12), wordt de Nieuwe Kerk aangeduid, namelijk het Nieuwe Jeruzalem.

Met de vrouwen worden de aandoeningen van het ware aangeduid, waar vanuit de kerk Kerk is, in tal van plaatsen, zoals in deze:

‘De vrouwen van Mijn volk verdrijft gij uit het huis van hun verrukkingen, (Micha 2:9).

‘De families van de huizen zullen rouw bedrijven afzonderlijk en de vrouwen afzonderlijk, (Zacharia 12:11-13).

‘Staat stil, gij geruste vrouwen, hoort Mijn rede’, (Jesaja 32:9).

‘Waarom doet gij het boze om u af te snijden de man en de vrouw’, (Jeremia 44:7).

‘Ik zal verstrooien de man en de vrouw’, (Jeremia 51:22); met de man en de vrouw wordt hier en elders in de geestelijke zin, het verstand van het ware en de aandoening van het ware aangeduid.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl