De Bijbel

 

Joël 2:2

Studie

       

2 Een dag van duisternis en donkerheid, Een dag van wolken en dikke duisterheid, als de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en machtig volk, desgelijks van ouds niet geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren van vele geslachten.

De Bijbel

 

Exodus 34:6

Studie

       

6 Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid.

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9007

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

9007. Wie een man slaat en hij sterft; dat dit betekent de kwetsing van het ware van het geloof en vandaar het verlies van het geestelijk leven, staat vast uit de betekenis van slaan, namelijk kwetsen door het valse, nrs. 7136, 7146; uit de betekenis van de man, dus het ware van het geloof, waarover hierna; en uit de betekenis van sterven, namelijk het verlies van het geestelijk leven, nrs. 5407, 6119, 7494; in de innerlijke zin immers wordt geen ander leven verstaan, maar in de uiterlijke zin het natuurlijk leven.

Dat door de kwetsing van het ware van het geloof het geestelijk leven vergaat, heeft als oorzaak dat het goede verenigd met het ware dat leven maakt, en daarom, wanneer het ware wordt ontfutseld, het goede valt en dus het geestelijk leven.

Dat de man het ware van het geloof is, komt omdat in de hemel niet op de persoon wordt gelet, noch op iets van de persoon, maar op de zaken los van de persoon, nrs. 4380, 8343, 8985; vandaar doorvatten zij niet een man, waar hij wordt genoemd in het Woord, want een man is een persoon; maar voor hem in de plaats doorvatten zij het vermogen van hem krachtens hij daardoor een man is, namelijk het verstandelijk vermogen; en wanneer zij dit doorvatten, dan doorvatten zij het ware van het geloof, want dit behoort tot dat vermogen en niet alleen verlicht het dat, maar formeert het ook.

Zoals door de man in de hemel het verstandelijke van de mens wordt doorvat, zo wordt door de mens ook zijn wilsdeel doorvat, omdat de mens een mens is krachtens de wil, de man echter krachtens het verstand; en omdat de wil de mens zelf is, is daarom het goede van de liefde de mens, want dit behoort tot de wil en het vervolmaakt en maakt die; dat de man het verstandelijke is en vandaar het ware van het geloof, zie de nrs. 158, 265, 749, 1007, 2517, 3134, 3309, 3459, 4823, 7716; en dat de mens het goede van de liefde is, nrs. 768, 4287, 7523, 8547, 8988.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl