3
En ook heb Ik Mijn verbond met hen opgericht, dat Ik hun geven zou het land Kanaan, het land hunner vreemdelingschappen, waarin zij vreemdelingen geweest zijn.
3
En ook heb Ik Mijn verbond met hen opgericht, dat Ik hun geven zou het land Kanaan, het land hunner vreemdelingschappen, waarin zij vreemdelingen geweest zijn.
7226. En Jehovah sprak tot Mozes en tot Aharon; dat dit betekent opnieuw onderricht uit de Goddelijke Wet en tegelijk uit de Leer, staat vast uit de betekenis van spreken, dus opnieuw onderricht, want in wat nu volgt worden zij onderricht in wat zij moeten doen; uit de uitbeelding van Mozes, te weten de Goddelijke Wet, nrs. 6723, 6752; en uit de uitbeelding van Aharon, namelijk de leer van het goede en het ware, nr. 6998; hoedanig het onderscheid is tussen de Goddelijke Wet en de Leer, zie de nrs. 7009, 7010, 7089.