Hemel en Hel #528

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 603  
  

528. HET IS NIET ZO MOEILIJK OM EEN LEVEN TE LEIDEN DAT NAAR DE HEMEL VOERT ALS VAAK WORDTGELOOFD

Sommigenmenen dat het moeilijk is om een leven te leiden dat naar de hemel voert, en een geestelijk leven genoemd wordt, omdat zij gehoord hebben dat de mens de wereld moet verloochenen, zich moet ontdoen van al wat de lusten van het lichaam en van het vlees genoemd wordt, en op geestelijke wijze moet leven. Hieronder verstaan zij dat zij de wereld se zaken moeten verwerpen, die voornamelijk in rijkdom en eer bestaan; dat zij onophoudelijk zich moeten bezighouden met vrome overdenkingen over God, de zaligheid en het eeuwig leven; dat zij hun leven in gebed moeten doorbrengen en in het lezen van het Woord en godsdienstige boeken. Dit wordt naar hun mening bedoeld met het verloochenen van de wereld, en met het leven naar de geest en niet naar het vlees. Dat dit in het geheel niet het geval is, is mij uit vele ervaring en gesprekken met engelen geleerd; ja zelfs, dat zij die de wereld verloochenen en op vermelde wijze naar de geest leven, zichzelf een treurig leven berokkenen, dat ongeschikt is om de hemelse vreugde te ontvangen, want een ieders leven blijft hem bij. Dat een mens, om het leven van de hemel te ontvangen, veeleer in de wereld moet leven en bezigheden en beroep moet waarnemen en dan door een zedelijk en burgerlijk leven het geestelijk leven ontvangt en dat er geen andere weg is waardoor het geestelijk leven in de mens kan worden gevormd, of zijn geest voorbereid kan worden voor de hemel. Want een innerlijk leven leiden zonder een uiterlijk, is gelijk aan het wonen in een huis dat geen fundament heeft, dat na verloop van tijd in de grond zinkt, scheurt en vaneen splijt, of waggelt tot het valt.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.