Numeri 22:34

Studie

       

34 Toen zeide Bileam tot den Engel des HEEREN: Ik heb gezondigd, want ik heb niet geweten, dat Gij mij tegemoet op dezen weg stondt en nu, is het kwaad in Uw ogen, ik zal wederkeren.


Commentaar op dit vers  

Door Henry MacLagan

Verse 34. Whence the corrupted will now perceives that it has opposed Divine Truth, and has been blinded by selfish desires; and therefore, from selfish fear, it is willing to be outwardly obedient.