스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3201

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

3201. Vers 64, 65. En Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk en zij viel van de kameel af. En zij zei tot de knecht: Wie is die man, die daar in het veld ons tegemoet wandelt; en de knecht zei: Dat is mijn heer; en zij nam de sluier en bedekte zich. Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk, betekent de wederkerige aandacht van de aandoening van het ware; en zij viel van de kameel af, betekent haar scheiding van de wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, tot de innerlijke gewaarwording van het redelijk goede; en zij zei tot de knecht, betekent het onderzoek door het Goddelijk Natuurlijke; wie is die man die daar in het veld ons tegemoet wandelt, betekent, ten aanzien van het redelijke, dat alleen in het goede was; en de knecht zei: Dat is mijn heer, betekent de erkenning; en zij nam de sluier en bedekte zich, betekent de schijnbaarheden van het ware.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4153

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

4153. Laban kwam in de tent van Jakob en in de tent van Lea en in de tent van de beide dienstmaagden en hij vond niet; dat dit betekent dat in hun heilige dingen niet zulke ware dingen waren, staat vast uit de betekenis van de tent, namelijk het heilige, waarover de nrs. 414, 1102, 2145, 2152, 3210, 3312, 4128; hier de heilige dingen, omdat het de tenten waren, namelijk van Jakob, van Lea en van de beide dienstmaagden; dat die ware dingen daar niet waren, wordt aangeduid door de terafim die daar niet gevonden werden, dat de terafim in de goede zin de ware dingen zijn, zie eerder in nr. 4111; door Jakob wordt het goede van het natuurlijke uitgebeeld; door Lea de aandoening van het uiterlijk ware en door de dienstmaagden de uiterlijke aandoeningen, waarover eerder; en omdat de ware dingen waarover hier wordt gehandeld, niet uiterlijk maar innerlijk waren, werden zij daarom niet in hun tenten, dat wil zeggen in hun heilige dingen gevonden; maar zij waren in de tent van Rachel, dat wil zeggen, in het heilige van de aandoening van het innerlijk ware, want door Rachel wordt de aandoening van het innerlijk ware uitgebeeld.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2146

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

2146. Dat de woorden ‘toen de dag warm werd’ betekenen, uit de liefde, blijkt uit de betekenis van de warmte, namelijk in de innerlijke zin de liefde; en daar de warmte òf die van de dag is òf die van het jaar, wordt de liefde òf door de warmte van de dag òf door de warmte van het jaar uitgebeeld, al naar hetgeen in de historische dingen wordt vermeld. Dat de warmte de liefde betekent kan hieruit blijken, dat de liefde een geestelijke warmte wordt genoemd en dat elke aandoening door een warm worden wordt aangeduid, ook in de gewone spreektaal; en bovendien hieruit, dat de liefde en haar aandoeningen in de meer innerlijke dingen van de mens, en ook in zijn meer uiterlijke dingen en in de lichamelijke dingen zelf zich duidelijk vertonen door een soort van warmte; ja zelfs heeft zij ook geen andere oorsprong bij de mens, wanneer zij aan zijn meer innerlijke dingen ontspringt, maar zoals de liefde is, zo is de warmte. De hemelse liefde en de geestelijke liefde zijn het, die een echte warmte vertonen; elke andere warmte, namelijk die, welke uit de eigenliefde en de wereldliefde voorkomt, zowel als uit andere vuile liefden, is onrein en gaat in het andere leven tot drekkige dingen over, zie nr. 1773. Bovendien moet men weten dat er nooit van het heilige wordt gesproken dan alleen met betrekking tot de liefde en de naastenliefde, niet echter met betrekking tot het geloof, dan alleen voor zoveel er liefde of naastenliefde in de waarheden van het geloof is; de waarheden van het geloof zijn niet heilig dan alleen daarvandaan; men zie wat hierover eerder is gezegd in nr. 2049.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl