2. Maar dat het geheel zowel als het bijzondere, ja het meest bijzondere, tot de kleinste jota toe, geestelijke en hemelse dingen betekent en omhult, weet tot dusver de Christelijke wereld in de verste verte niet, om welke reden zij dan ook voor het Oude Testament weinig aandacht heeft Niettemin kan het hieruit alleen al blijken, dat het Woord – daar het van de Heer is en van de Heer komt - nooit zou kunnen bestaan, tenzij het innerlijk die dingen bevatte, welke van de hemel, de kerk en van het geloof zijn. Anders kon het niet het Woord van de Heer genoemd worden, evenmin zou gezegd kunnen worden, dat daarin enig leven is; want vanwaar zou het leven anders kunnen komen, dan uit de dingen die van het leven zijn, dat wil zeggen, daarvandaan dat het geheel zowel als elke bijzonderheid betrekking heeft op de Heer, Die het leven Zelf is. Iets dat innerlijk niet op Hem ziet, leeft dus niet, ja zelfs, een woord in het Woord, dat niet Hem onthult, of op haar wijze op Hem betrekking heeft, is niet goddelijk.
Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #260
지금까지 이 번역에는 #_661_까지의 구절이 포함되어 있습니다. 아직 번역이 진행 중일 수 있습니다. 왼쪽 화살표를 누르면 번역이 완료된 마지막 번호를 찾을 수 있습니다.
Hemel en Hel #149
149. Op gelijke wijze wonen de engelen onder elkaar in elk hemels gezelschap. In het oosten wonen zij die zich in een hogere graad van liefde en naastenliefde bevinden; in het westen zij die in een mindere graad zijn; in het zuiden zij die in het grotere licht van wijsheid en inzicht zijn; in het noorden zij die in een zwakker licht zijn. Zij wonen zo gescheiden omdat elk gezelschap de hemel voorstelt en ook een hemel in kleinere vorm is. (zie nr. 51-58) Hetzelfde geschiedt bij hun vergaderingen. Zij worden in deze volgorde gebracht door de vorm van de hemel, krachtens welke iedereen zijn plaats kent. Ook wordt er door de Heer voor gezorgd dat er in elk gezelschap engelen van iedere soort zijn, opdat de hemel wat zijn vorm betreft overal gelijk is. Toch verschilt de regeling van de gehele hemel van de regeling van een gezelschap, zoals het algemene verschilt van het bijzondere; want de gezelschappen die in het oosten zijn, overtreffen de gezel schappen die in het westen zijn; en die in het zuiden zijn overtreffen die welke in het noorden zijn.