성경

 

Klaagliederen 2:21

공부

       

21 Schin. De jongen en de ouden liggen op de aarde op de straten; mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen zijn door het zwaard gevallen; Gij hebt ze in den dag Uws toorns gedood, Gij hebt ze geslacht en niet verschoond.

스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6525

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

6525. En alle ouderen des lands van Egypte; dat dit betekent die zouden samenstemmen met het ware, staat vast uit de betekenis van de ouderen, namelijk de voornaamste dingen van de wijsheid, dus samenstemmend met het goede, nr. 6524; hier samenstemmend met het ware, want de dingen die samenstemmen met het goede stemmen ook samen met het ware; en uit de betekenis van het land van Egypte, namelijk het natuurlijk gemoed, waar de wetenschappelijke dingen zijn, nrs. 5276, 5278, 5280, 5288, 5301; dus eveneens waar de ware dingen zijn, want de wetenschappelijke dingen zijn de ware dingen van het natuurlijk gemoed en wanneer zij waar zijn, worden zij wetenschappelijke ware dingen genoemd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5328

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

5328. En zijn voet; dat dit betekent ‘alles van de macht in het natuurlijke’, staat vast uit de betekenis van de voet, namelijk het natuurlijke, waarover de nrs. 2162, 3147, 3761, 3986, 4280, 4938-4952, hier de macht in het natuurlijke, want met de voet opheffen, wordt evenals met de hand opheffen, de macht aangeduid, maar met de hand opheffen de macht in het geestelijke en met de voet opheffen de macht in het natuurlijke; de dingen immers die boven de voeten zijn in het lichaam hebben betrekking op geestelijke dingen; dit blijkt vooral uit de Grootste Mens of uit de drie hemelen; wanneer de gehele hemel zich zoals één mens voor het gezicht vertoont, dan heeft de binnenste of de derde hemel betrekking op het hoofd, de middelste of de tweede hemel op het lichaam en de laatste of de eerste op de voeten; dat de binnenste of derde hemel betrekking heeft op het hoofd, komt omdat hij hemels is; en dat de middelste of de tweede hemel betrekking heeft op het lichaam, komt omdat hij geestelijk is en dat de laatste of de eerste hemel betrekking heeft op de voeten, komt omdat hij natuurlijk is; daarom wordt met de hals, omdat die tussenliggend is, de invloeiing aangeduid en de vergemeenschapping van de hemelse dingen met de geestelijke dingen en met de knieën, omdat die eveneens tussenliggend zijn, de invloeiing en de vergemeenschapping van de geestelijke dingen met de natuurlijke dingen; hieruit blijkt dat met de hand opheffen het geestelijke wordt aangeduid en met de voet opheffen de macht in het natuurlijke; en daarom wordt van macht, die door de hand wordt aangeduid, gesproken met betrekking tot het geestelijke, namelijk tot het ware vanuit het goede, nrs. 3091, 3563, 4931. Onder het geestelijke wordt datgene in het natuurlijke verstaan dat van het licht van de hemel is en onder het natuurlijke datgene in het natuurlijke dat van het licht van de wereld is, want al het eerstgenoemde wordt geestelijk en al het laatstgenoemde natuurlijk genoemd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl