성경

 

Joël 2:3

공부

       

3 Voor hetzelve verteert een vuur, en achter hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een lusthof, maar achter hetzelve een woeste wildernis, en ook is er geen ontkomen van hetzelve.

성경

 

I Koningen 8:36

공부

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

스웨덴보그의 저서에서

 

Apocalyps Onthuld #897

해당 구절 연구하기

  
/ 962  
  

897. Hebbende de heerlijkheid Gods; en haar schijnsel was de allerkostbaarste steen gelijk, evenals de steen jaspis, gelijk als kristal glanzend, betekent dat in die Kerk zal zijn het Woord, dat wordt verstaan, omdat het doorschijnend is vanuit zijn geestelijke zin.

Met de heerlijkheid Gods wordt het Woord in Zijn Goddelijk licht aangeduid, waarover hierna; met haar licht wordt aangeduid het Goddelijk Ware daar; dit immers wordt onder het licht verstaan in het Woord, nrs. 796, 799; met de allerkostbaarste steen gelijk, evenals de steen jaspis, gelijk als kristal glanzend, wordt aangeduid dit lichtend en doorschijnend vanuit zijn geestelijke zin, waarover ook hierna.

Met die woorden wordt beschreven het verstand van het Woord bij hen die in de leer van het Nieuwe Jeruzalem zijn en in het leven volgens die leer; bij dezen licht het Woord als het ware wanneer het gelezen wordt; het licht uit de Heer door middel van de geestelijke zin, omdat de Heer het Woord is en de geestelijke zin is in het licht van de hemel, dat uit de Heer als Zon voortgaat en het Licht dat uit de Heer als Zon voortgaat, is in zijn wezen het Goddelijk Ware van Zijn Goddelijke Wijsheid.

Dat in de afzonderlijke dingen van het Woord een geestelijke zin is en dat het Woord doorschijnend is vanuit het licht van die zin, bij hen die uit de Heer in de echte ware dingen zijn, is getoond in het werk ‘de Leer van het Heilige Jeruzalem aangaande de Gewijde Schrift’.

Dat onder de heerlijkheid van God het Woord in dat Goddelijk licht wordt verstaan, kan vaststaan uit de volgende plaatsen:

‘Het Woord is Vlees geworden en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien zoals de heerlijkheid van de Eniggeborene uit de Vader’, (Johannes 1:14); dat onder de heerlijkheid wordt verstaan de heerlijkheid van het Woord of het Goddelijk Ware daarin, is duidelijk, aangezien gezegd wordt ‘het Woord is Vlees geworden’; iets eenders wordt onder de heerlijkheid verstaan in wat volgt, waar gezegd wordt: de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht en haar lamp is het Lam, vers 23.

Iets eenders wordt verstaan onder de heerlijkheid waarin ‘zij de Zoon des Mensen zullen zien, wanneer Hij zal komen in de wolken des hemels’, (Mattheüs 24:30; Markus 13:26) zie ook de nrs. 22, 642, 820; ook niet iets anders wordt verstaan onder ‘de troon der heerlijkheid waarop de Heer zal zitten wanneer Hij zal komen tot het Laatste Gericht’, (Mattheüs 25:31), omdat Hij eenieder zal richten volgens de ware dingen van het Woord; en daarom wordt er ook gezegd, dat Hij zal komen in Zijn heerlijkheid.

Toen de Heer van gedaante veranderd werd, wordt er ook gezegd dat ‘Mozes en Elia werden gezien in de heerlijkheid’, (Lukas 9:30, 31); met Mozes en Elia wordt daar het Woord aangeduid; ook de Heer Zelf gaf Zich toen voor de discipelen te zien als het Woord in Zijn heerlijkheid; dat de heerlijkheid het Goddelijk Ware betekent, daarover zie men meer uit het Woord eerder in nr. 629.

Dat het Woord wordt vergeleken met de allerkostbaarste steen, evenals de steen jaspis, gelijk als kristal glanzend, is omdat de kostbare steen het Goddelijk Ware van het Woord betekent, nrs. 231, 540, 726, 823 en de steen jaspis betekent het Goddelijk Ware van het Woord in de letterlijke zin, doorschijnend vanuit het Goddelijk Ware in de geestelijke zin; dit wordt met de steen jaspis aangeduid in, (Exodus 28:20; Ezechiël 28:13) en in wat in dit hoofdstuk volgt, waar gezegd wordt ‘dat de bouw van de muur van het heilige Jeruzalem was jaspis’, vers 18; en omdat het Woord in de zin van de letter doorschijnend is vanuit de geestelijke zin, wordt er gezegd jaspis, gelijk als kristal glanzend; alle verlichting die degenen hebben die in de Goddelijke Ware dingen uit de Heer zijn, is daarvandaan.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl