성경

 

Joël 2:3

공부

       

3 Voor hetzelve verteert een vuur, en achter hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een lusthof, maar achter hetzelve een woeste wildernis, en ook is er geen ontkomen van hetzelve.

성경

 

I Koningen 8:36

공부

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

스웨덴보그의 저서에서

 

Apocalyps Onthuld #50

해당 구절 연구하기

  
/ 962  
  

50. En Zijn stem evenals een stem van vele wateren, betekent het natuurlijk Goddelijk Ware.

Dat de stem wanneer die uit de Heer is, het Goddelijk Ware betekent, zie nr. 37; dat de wateren de ware dingen betekenen en in het bijzonder de natuurlijke ware dingen, die de erkentenissen van het Woord zijn, staat vast uit vele plaatsen in het Woord, waaruit alleen de volgende zullen worden aangevoerd:

‘De aarde is vol van de wetenschap van Jehovah, zoals de wateren de zee bedekken’, (Jesaja 11:9).

‘Dan zult gij wateren scheppen met blijdschap vanuit de fonteinen des heils’, (Jesaja 12:3).

‘Die in gerechtigheden wandelt en rechtheden spreekt, brood zal hem gegeven worden en het getrouwe water’, (Jesaja 33:15, 16).

‘De armen en de nooddruftigen zoeken water, maar het is niet; hun tong versmacht van dorst: Ik zal rivieren op de hellingen openen en in het midden der valleien fonteinen stellen; de woestijn tot poel der wateren en het droge land tot springbronnen der wateren, opdat zij zien, erkennen, opletten en verstaan’, (Jesaja 41:17, 18, 20).

‘Ik zal wateren uitgieten op de dorstige en vloeden op het dorre, Ik zal Mijn geest uitgieten’, (Jesaja 44:3).

‘In de duisternis zal uw licht opgaan, opdat gij zijt zoals een gewaterde tuin en zoals een uitgang der wateren, welks wateren niet zullen liegen’, (Jesaja 58:10, 11).

‘Twee boze dingen heeft Mijn volk gedaan, Mij hebben zij verlaten, de Bron der levende wateren, om voor zich kuilen uit te houwen welke geen wateren houden’, (Jeremia 2:13).

‘De rijksgroten hebben de minderjarigen om water gezonden, zij zijn tot de kuilen gekomen en hebben niet wateren gevonden; hun ledige vaten zijn omgekeerd’, (Jeremia 14:3).

‘Zij hebben verlaten de bron der levende wateren, Jehovah’, (Jeremia 17:13).

‘Met geween zullen zij komen, met geween zal Ik hen toeleiden; Ik zal hen leiden tot de bron der wateren, in de weg van het rechte’, (Jeremia 31:9).

‘Ik zal de stok des broods breken en zij zullen de wateren bij mate en met verbijstering drinken, opdat zij uitteren vanwege de ongerechtigheden’, (Ezechiël 4:16, 17; 12:18, 19; Jesaja 51:14).

‘Zie de dagen zullen komen waarop Ik een honger in het land zal zenden, niet een honger naar brood, noch dorst naar wateren, maar om te horen het Woord van Jehovah; zij zullen zwerven van zee tot zee en omlopen om het Woord van Jehovah te horen en niet vinden; te dien dage zullen de maagden en de jongemannen van dorst versmachten’, (Amos 8:11-13).

‘Te dien dage zullen levende wateren uitgaan vanuit Jeruzalem’, (Zacharia 14:8).

‘Jehovah is Mijn Herder, tot wateren der rusten zal Hij mij heenleiden’, (Psalm 23:2).

‘Zij zullen niet dorsten; Hij zal voor hen wateren vanuit de rots doen uitvloeien en Hij zal de rots klieven opdat de wateren uitvloeien’, (Jesaja 48:21).

‘God, des morgens zoek ik U, mijn ziel dorst, ik ben mat zonder wateren’, (Psalm 63:2).

‘Jehovah zendt het Woord, doet de wind waaien, opdat de wateren vloeien’, (Psalm 147:18, 19).

‘Looft Jehovah, gij hemelen der hemelen en gij wateren die van boven de hemelen zijt’, (Psalm 148:4).

‘Jezus, gezeten aan de bron Jakobs, zei tot de vrouw: Eenieder die van dit water zal gedronken hebben, zal wederom dorsten; maar zo wie gedronken zal hebben van het water dat Ik hem geven zal, die zal niet dorsten tot in het eeuwige; en het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een bron des waters, springende tot in het eeuwige leven’, (Johannes 4:7-15).

‘Jezus zei: Zo iemand gedorst zal hebben, die kome tot Mij en drinke; al wie in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien’, (Johannes 7:37, 38).

‘Aan de dorstige zal vanuit de bron van het water des levens gegeven worden om niet’, (Openbaring 21:6).

‘Hij toonde hem een rivier van het water des levens, uitgaande van de troon Gods en des Lams’, (Openbaring 22:1).

‘De Geest en de Bruid zeggen en die het hoort, zegge: Kom; en die dorst heeft, zal komen; en die wil, zal nemen het water des levens om niet’, (Openbaring 22:17); onder wateren worden op deze plaatsen de ware dingen verstaan, waaruit blijkt, dat onder de stem van vele wateren het Goddelijk ware van de Heer in het Woord wordt verstaan; evenzo op deze plaatsen:

‘Zie, de heerlijkheid des Gods van Israël kwam vanuit de weg van het oosten en Zijn stem was als een stem van vele wateren en de aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid’, (Ezechiël 43:2).

‘Ik hoorde een stem vanuit de hemel evenals een stem van vele wateren’, (Openbaring 14:2).

‘De Stem van Jehovah op de wateren, Jehovah op vele wateren’, (Psalm 29:3).

Wanneer men weet, dat onder de wateren in het Woord de ware dingen in de natuurlijke mens worden verstaan, kan het vaststaan wat er is aangeduid met de ‘wassingen’ in de Israëlitische Kerk; en eveneens wat wordt aangeduid met de doop; en eveneens met deze woorden van de Heer bij Johannes:

‘Indien de mens niet zal verwekt geweest vanuit water en geest, zo kan hij in het koninkrijk Gods niet ingaan’, (Johannes 3:5); vanuit water, betekent door de ware dingen en vanuit geest, betekent door een leven daarmee overeenkomend.

Dat de wateren in de tegengestelde zin de valse dingen betekenen, zal men zien in hetgeen volgt.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl