성경

 

Joël 2:25

공부

       

25 Alzo zal Ik ulieden de jaren vergelden, die de sprinkhaan, de kever, en de kruidworm, en de rups heeft afgegeten; Mijn groot heir, dat Ik onder u gezonden heb.

성경

 

I Koningen 8:36

공부

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

주석

 

Rain

  

'To rain' signifies influx. In Genesis 2:5-6, Exodus 34:25-27, and Hosea 6:3, 'rain' signifies the tranquility of peace when the combat of temptation ceases. 'An inundating rain' signifies the vastation of truth, as in Ezekiel 3:11-14. 38:23, and temptation, as in Matthew 7:24-27. In Genesis 7:4, 'rain' signifies temptation and vastation. 'Rain,' in a positive sense, denotes blessing, but in the opposite sense, damnation

(참조: Arcana Coelestia 2443; Leviticus 25)