성경

 

Joël 2:11

공부

       

11 En de HEERE verheft Zijn stem voor Zijn heir henen; want Zijn leger is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord; want de dag des HEEREN is groot en zeer vreselijk, en wie zal hem verdragen?

성경

 

I Koningen 8:36

공부

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

스웨덴보그의 저서에서

 

Apocalyps Onthuld #833

해당 구절 연구하기

  
/ 962  
  

833. En ik zag het beest en de koningen der aarde en hun heirlegers vergaderd om oorlog te voeren met Hem Die op het paard zat en met Zijn heirleger, betekent dat alle innerlijk bozen die het geloof-alleen hebben beleden, met de voorgangers en hun aanhangers, de Goddelijke Waarheden van de Heer in Zijn Woord zullen bestrijden en degenen zullen bestoken die uit de Nieuwe Kerk van de Heer zullen zijn.

Dat met het beest degenen worden aangeduid die in dat godsdienstige ten aanzien van het geloof-alleen zijn, zie de nrs. 567, 576, 577, 594, 598, 601; dat het slechts diegenen zijn die innerlijk boos zijn en dat godsdienstige hebben beleden, zal men hierna zien; met de koningen der aarde worden degenen aangeduid die meer dan de overigen in de valsheden van dat godsdienstige zijn, dus de voorgangers; met de koningen der aarde immers worden degenen aangeduid die in de ware dingen van de Kerk vanuit het Woord zijn en in de tegengestelde zin zij die in valsheden zijn, nrs. 20, 483, 704, 720, 737, 740, hier zij die in de valse dingen zijn; met hun heirlegers worden aangeduid allen onder hen, die eveneens in de valse dingen zijn, nr. 447; met oorlog voeren wordt bestrijden aangeduid, aangezien met de oorlog in het Woord een geestelijke oorlog wordt aangeduid, namelijk die van het valse tegen het ware en die van het ware tegen het valse, nrs. 500, 586, 707; onder Hem Die op het paard zat, wordt de Heer verstaan ten aanzien van het Woord, nrs 820, 821; en omdat zij niet kunnen strijden tegen de Heer Zelf, maar wel tegen de Goddelijke ware dingen van Hemzelf, die in het Woord zijn en dus zo eveneens tegen de Heer strijden, omdat de Heer het Woord is, wordt daarom dit onder oorlog voeren met Hem Die op het paard zat, verstaan; dat met het heirleger degenen worden aangeduid die in de Goddelijke ware dingen zijn, dus zij die uit de Nieuwe Hemel en uit de Nieuwe Kerk van de Heer zijn, omdat bij hen de Goddelijke Ware dingen zijn, zie nr. 826.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl