Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2834
2834. Dat de woorden ‘en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats’ hun heiliging en aanneming betekenen, blijkt uit de betekenis van ‘ten brandoffer geofferd worden’ namelijk geheiligd worden, waarover nr. 2771 en uit de betekenis van ‘in zijns zoons plaats’, namelijk de aanneming door het Goddelijk Menselijke van de Heer, hier Abraham, nr. 2833.
De aanneming van de geestelijken wordt als volgt bij Johannes beschreven:
‘Jezus zei: Ik ben de wijnstok, gij de ranken; die in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen’, (Johannes 15:5). Dat de wijnstok de geestelijke Kerk is, zie nr. 1069.