Dalle opere di Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6072

Studia questo passo

  
/ 10837  
  

6072. En Farao zei tot de broers van hem; dat dit de doorvatting betekent, staat vast uit de betekenis van zeggen, namelijk doorvatten, waarover nr. 6063;

en uit de uitbeelding van Farao, namelijk het natuurlijke en het wetenschappelijke in het algemeen, nr. 6063;

en uit de uitbeelding van de zonen van Jakob, die hier de broers zijn, namelijk de ware dingen van de Kerk in het natuurlijke, nr. 6064; daaruit blijkt dat met ‘Farao zei tot de broers van hem’ het doorvatten van het natuurlijke wordt aangeduid ten aanzien van de ware dingen van de Kerk daar.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Dalle opere di Swedenborg

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #121

Studia questo passo

  
/ 325  
  

Per ora, questa traduzione contiene i passaggi fino a #325. Probabilmente si tratta ancora di un lavoro in corso. Se si preme la freccia a sinistra, si troverà l'ultimo numero che è stato tradotto.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Dalle opere di Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6063

Studia questo passo

  
/ 10837  
  

6063. En Jozef kwam en hij boodschapte Farao en hij zei; dat dit de tegenwoordigheid van het innerlijk hemelse in het natuurlijke betekent, waar de wetenschappelijke dingen zijn en vandaar de invloeiing en de doorvatting, staat vast uit de betekenis van tot iemand komen, namelijk de tegenwoordigheid, zoals in nr. 5934;

uit de uitbeelding van Jozef, namelijk het innerlijk hemelse, waarover de nrs. 5869, 5877;

uit de betekenis van boodschappen, namelijk het invloeien, waarover nr. 5966;

uit de uitbeelding van Farao, namelijk het natuurlijke en vandaar het wetenschappelijke in het algemeen, nrs. 5799, 6015;

en uit de betekenis van zeggen in de historische dingen van het Woord, namelijk doorvatten, nrs. 1791, 1815, 1819, 1822, 1898, 1919, 2080, 2619, 2862, 3509, 5687; daaruit blijkt dat met Jozef kwam en hij boodschapte Farao en hij zei, de tegenwoordigheid wordt aangeduid van het innerlijk hemelse in het natuurlijke, waar de wetenschappelijke dingen zijn en vandaar de invloeiing en de doorvatting. Over de invloeiing van het innerlijke in het natuurlijke of het uiterlijke en over de doorvatting van dit is eerder vele malen gesproken en het werd getoond dat het natuurlijke blijft bestaan en leeft vanuit de invloeiing uit het innerlijke, dat wil zeggen, door het innerlijke uit de Heer; het natuurlijke immers heeft zonder de invloeiing daaruit niet enig leven, omdat het in de natuur van de wereld is en daaruit alles trekt en de natuur van de wereld is geheel en al zonder leven; daarom, opdat het natuurlijke bij de mens zal leven, moet er invloeiing zijn uit de Heer, niet alleen rechtstreeks uit Hem, maar ook door middel van de geestelijke wereld en dus bij de mens in zijn innerlijke, want dit is in de geestelijke wereld; daaruit nu moet er invloeiing zijn in het natuurlijke opdat het zal leven; het natuurlijke van de mens is gevormd om daaruit het leven op te nemen; dit nu wordt verstaan onder de invloeiing van het innerlijk hemelse in het natuurlijke, waar de wetenschappelijke dingen zijn. Vanuit de invloeiing uit het innerlijke ontstaat de doorvatting in het uiterlijke of in het natuurlijke, dat door Farao wordt uitgebeeld, want de invloeiing en de doorvatting stemmen wederzijds met elkaar overeen, nr. 5743.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl