La Bibbia

 

Exodus 26:28

Studio

       

28 En de middelste richel zal midden aan de berderen zijn, doorschietende van het ene einde tot het andere einde.

Commento

 

Four

  
Four Mandalas

Het getal "vier" in de Bijbel staat voor dingen die met elkaar verbonden zijn of samengevoegd worden. Dit komt deels omdat vier twee keer twee is, en twee staat voor de ultieme verbinding tussen ons verlangen om goed te zijn en ons begrip van de waarheid. We zien het ook in het feit dat de meeste gebouwen rechthoekig zijn, waarbij de vier zijden met elkaar verbonden zijn om een geheel te vormen. We verdelen ook richtingen in vier - noord, oost, zuid en west - en spreken over de "vier hoeken" van iets, waarmee we het geheel bedoelen. Ons speciale denken ziet vier zijden dus van nature als verbonden tot een geheel.

(Riferimenti: Apocalyps Uitgelegd 417; Hemelse Verborgenheden 1686, 9103, 9601, 9767, 9864)

Dalle opere di Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9864

Studia questo passo

  
/ 10837  
  

9864. Vier rijen van steen; dat dit betekent de verbinding van alle dingen, namelijk van de waarheden vanuit het goede, staat vast uit de betekenis van vier, namelijk de verbinding, nrs. 1686, 9601, 9674; en uit de betekenis van de rijen van steen, namelijk de waarheden vanuit het goede in hun orde.

Dat er vier rijen waren en in iedere rij drie stenen, had als oorzaak, dat zou worden uitgebeeld de verbinding van alle waarheden vanuit één goede en zo de volmaaktheid.

Met vier wordt immers de verbinding aangeduid, zoals eerder gezegd en met drie de volmaaktheid, nr. 9825.

Wanneer er immers één goede is waaruit alle dingen voortgaan, nr. 9863, dat dus alle dingen beoogt, dan is dit goede de verbinding van alle dingen.

Dat dit zo is, kan worden toegelicht uit de dingen die in de hemelen bestaan; allen die in de hemelen zijn, wie het ook zijn, keren het aangezicht tot de Heer en wat wonderbaarlijk is, dit vindt plaats naar onverschillig welke streek zij zich ook wenden; vandaar is het, dat allen die in de hemelen zijn, zijn verbonden als één eenheid; maar zij die buiten de hemel zijn, keren het aangezicht achterwaarts van de Heer af en des te meer naarmate zij verder van de hemel zijn verwijderd.

Vandaar is er bij hen ontbinding, omdat bij hen niet de liefde jegens God en jegens de naaste is, maar jegens zichzelf en jegens de wereld.

Maar deze verborgenheid kan niet worden geloofd door hen die denken volgens de begoochelingen van de zinnen; deze mensen kunnen immers niet begrijpen, hoe er een bestendige richting van alle aangezichten in de hemel kan bestaan tot de Heer, Die daar de Zon is, bij elke wending; men zie wat hierover eerder in nr. 9828 is aangevoerd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl