4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.
Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #249
249. Hoofdstuk 20. Over de Gewijde Schrift of het Woord.
De mens kan zonder onthulling vanuit het goddelijke, niets weten over het eeuwige leven, zelfs niet iets aangaande God, en nog minder aangaande de liefde en het geloof in Hem. Want de mens wordt geboren in louter onwetendheid, en daarna zal hij vanuit de wereldlijke dingen alles leren en zijn verstand vormen. Ook wordt hij vanwege overerving geboren in elk boze, hetgeen is vanuit de eigenliefde en de wereldliefde, en de verkwikkelijke dingen daaruit regeren voortdurend en suggereren dingen die lijnrecht indruisen tegen het goddelijke. Vandaar nu is het dat de mens niets over het eeuwige leven weet, en derhalve moet er noodzakelijk een onthulling zijn, waaruit hij het mag weten.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3636
3636. Het meest universele is dit: dat de Heer de Zon van de hemel is en dat daaruit al het licht in het andere leven komt en dat aan de engelen en geesten, of aan hen die in het andere leven zijn, hoegenaamd niets uit het licht van de wereld verschijnt; en ook dat het licht van de wereld dat uit de zon voortkomt, voor de engelen niets anders dan dikke duisternis is. Uit de Zon van de hemel of door de Heer komt niet alleen het licht, maar ook de warmte, maar het is geestelijk licht en geestelijke warmte. Het licht verschijnt voor hun ogen als licht, maar het draagt in zich, inzicht en wijsheid, want het komt daaruit voort; en de warmte wordt door hun zintuigen als warmte waargenomen, maar er is liefde in, want zij komt daaruit voort. Daarom wordt de liefde ook geestelijke warmte genoemd en maakt ook de warmte van het leven van de mens uit. Van deze universele overeenstemming worden de overige afgeleid; want alle dingen in het algemeen en in het bijzonder hebben betrekking op het goede dat van de liefde is en op het ware dat tot het inzicht behoort.