7155. En de bestuurders van de zonen Israëls zagen zichzelf in het boze; dat dit betekent dat zij de verdoemenis nabij waren, staat vast uit de betekenis van zien, namelijk opmerken, nrs. 2150, 3764, 4567, 4723, 5400; uit de betekenis van de bestuurders, dus zij die van het dichtst nabij de bestokingen opnemen en vergemeenschappen, nrs. 7111, 7136; en uit de betekenis van het boze, namelijk de verdoemenis, want het boze in zich beschouwd is de hel, nr. 6279, dus de verdoemenis.

Dat in het boze zijn de verdoemenis nabij zijn is, komt omdat degenen die van het dichtst nabij de bestokingen opnamen en vergemeenschapten, gekwetst waren, wat daarmee wordt aangeduid dat zij door de aandrijvers geslagen waren, nr. 7136; en omdat zij door de aanhoudend ingeworpen valsheden tot aan de wanhoop toe bestookt waren, nr. 7147; vandaar komt het, dat met zij zagen zichzelf in het boze, wordt aangeduid dat zij bemerkten dat zij de verdoemenis nabij waren, degenen immers die wanhopig zijn, omdat zij menen dat zij de aanvallen niet langer kunnen uithouden, denken dat zij niet anders kunnen dan zich zoals gevangenen aan de valsheden overleveren, want zodanig is de staat van de wanhoop; maar dan beginnen zij opgebeurd te worden en geleid te worden, als het ware uit de donkerheid in het licht.