Étudier
24 En het geschiedde op den weg, in de herberg, dat de HEERE hem tegenkwam, en zocht hem te doden.
28 Maar Farao zeide tot hem: Ga van mij! wacht u, dat gij niet meer mijn aangezicht ziet; want op welken dag gij mijn aangezicht zult zien, zult gij sterven!