19
Maar Davidzag, dat zijn knechten mompelden; zo merkte David, dat het kind dood was. Dies zeideDavid tot zijn knechten: Is het kind dood? En zij zeiden: Het is dood.
24
En nu, zo waarachtig als de HEERE leeft, Die mij bevestigd heeft, en mij heeft doen zitten op den troon van mijn vaderDavid, en Die mij een huis gemaakt heeft, gelijk als Hij gesproken had; voorzeker, Adonia zal heden gedood worden!