15
En als de dageraad opging, drongen de engelen Lot aan, zeggende: Maak u op, neem uw huisvrouw, en uw twee dochteren, die voorhanden zijn, opdat gij in de ongerechtigheid dezer stad niet omkomt.
15
En als de dageraad opging, drongen de engelen Lot aan, zeggende: Maak u op, neem uw huisvrouw, en uw twee dochteren, die voorhanden zijn, opdat gij in de ongerechtigheid dezer stad niet omkomt.
'To rain' signifies influx. In Genesis 2:5-6, Exodus 34:25-27, and Hosea 6:3, 'rain' signifies the tranquility of peace when the combat of temptation ceases. 'An inundating rain' signifies the vastation of truth, as in Ezekiel 3:11-14. 38:23, and temptation, as in Matthew 7:24-27. In Genesis 7:4, 'rain' signifies temptation and vastation. 'Rain,' in a positive sense, denotes blessing, but in the opposite sense, damnation
(Препратки: Arcana Coelestia 2443; Leviticus 25)