22
Maar elke vrouw zal van haar naburin, en van de waardin haars huizes, eisen zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen; die zult gijlieden op uw zonen, en op uw dochteren leggen, en gij zult Egypte beroven.
23
En het geschiedde na vele dezer dagen, als de koning van Egypte gestorven was, dat de kinderenIsraels zuchtten en schreeuwden over den dienst; en hun gekrijt over hun dienst kwam op tot God.