来自斯威登堡的著作

 

Het Laatste Oordeel#1

学习本章节

/74  
  

1. Hoofdstuk I: De dag van het Laatste Oordeel betekent niet het vergaan van de wereld.

Zij, die de geestelijke zin van het Woord niet hebben gekend, hebben niet anders begrepen, dan dat ten dage van het laatste oordeel alles zal vergaan wat zich in de wereld voor de ogen vertoont. Want er wordt gezegd, dat dan de hemel en de aarde zullen vergaan, en dat God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal scheppen. In deze mening worden zij bevestigd, omdat er gezegd wordt, dat dan iedereen die in het graf is zal opstaan, en dat de goeden dan van de bozen gescheiden zullen worden, enzovoort. Maar dit wordt gezegd in de letterlijke zin van het Woord, omdat de letterlijke zin natuurlijk is, en het laatste is in de Goddelijke orde. Maar iedere bijzonderheid bevat in zich een geestelijke zin. Om die reden kan iemand die het Woord alleen in de letterlijke zin verstaat, tot verschillende meningen gebracht worden, zoals ook in de Christelijke wereld is gebeurd. Dit is de reden waarom er zo veel dwaalleringen bestaan, die allemaal worden aangetoond uit het Woord. Niemand heeft tot nu geweten, dat er in alles en in elke bijzonderheid van het Woord een geestelijke zin is, en zelfs weet men niet wat een geestelijke zin is. Daarom zijn zij die deze meningen over het laatste oordeel aanhangen te verontschuldigen. Toch mogen zij nu weten dat de hemel, die zich voor de ogen vertoont, niet zal vergaan, en ook de bewoonde aarde niet, maar dat beide zullen blijven voortbestaan. Onder een "nieuwe hemel en een nieuwe aarde" moet een nieuwe kerk worden verstaan, zowel in de hemel als op de aarde. Er wordt gesproken van een nieuwe kerk in de hemelen, omdat daar eveneens een kerk is zoals op aarde; want daar zijn eveneens het Woord, predikingen en Goddelijke eredienst als op aarde. Het verschil is, dat daar alle dingen in een volmaakter staat zijn, omdat ze daar niet in de natuurlijke, maar in de geestelijke wereld zijn. Iedereen daar is een geestelijke mens en geen natuurlijke, zoals zij in de wereld waren. Dat dit zo is, kan men zien in het werk "Hemel en Hel", en vooral daar waar gehandeld wordt over de verbinding van de hemel met de mens door het Woord (303-310 n.) en over de Goddelijke eredienst in de hemel (221-227 n.).

/74  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

来自斯威登堡的著作

 

Hemel en Hel#303

学习本章节

  
/603  
  

303. DE VERBINDING VAN DE HEMEL MET DE MENS DOOR MIDDEL VAN HETWOORD

Zijdie volgens een innerlijke rede denken, kunnen zien dat er een verbinding bestaat van alle dingen door tussenliggende dingen met de Eerste en dat alles wat niet in die verbinding ligt, opgelost wordt. Want zij weten, als zij nadenken, dat niets uit zichzelf kan bestaan, maar wel door iets dat voorafgaat, bij gevolg alles door een Eerste, en dat de verbinding met hetgeen voorafgaat, gelijk is aan de verbinding van een gevolg met zijn aanleidende oorzaak; want indien de aanleidende oorzaak van zijn gevolg wordt weggenomen, zal het gevolg worden opgelost en verdwijnen. Omdat de geleerden zo dachten, zagen en zeiden zij, dat bestaan een voortdurend ontstaan is; dus, dat alle dingen, omdat zij door een Eerste ontstaan, ook voortdurend ontstaan, dat wil zeggen bestaan. Maar hoe de band is, die elk ding met zijn voorganger verbindt, dus met de Eerste, waardoor alle dingen zijn, kan niet met enkele woorden gezegd worden, daar die band veelvuldig en verschillend is. Wij kunnen alleen in het algemeen zeggen, dat er een verbinding tussen de natuurlijke en de geestelijke wereld bestaat, en dat er daardoor een overeenstemming is van alle dingen in de natuurlijke wereld met alle dingen in de geestelijke wereld (zie over deze overeenstemming nr. 103-115) en dat er eveneens een verbinding en bijgevolg overeenstemming bestaat tussen alle dingen van de mens en alle dingen van de hemel (zie nr. 87-102).

  
/603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.