来自斯威登堡的著作

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#4298

学习本章节

  
/10837  
  

4298. En Jakob noemde de naam van de plaats Peniël; dat dit de staat van de verzoekingen betekent, staat vast uit de samenhang; oudtijds werden aan plaatsen waar iets bijzonders voorviel, namen gegeven en deze namen waren tekenend voor de zaak die daar voorviel en voor de staat ervan, nrs. 340, 2643, 3422; aan deze plaats werd een naam gegeven die de staat van de verzoekingen betekende, want de staat van de verzoekingen wordt hier beschreven door de worsteling en het kampen van Jakob; Peniël betekent in de oorspronkelijke taal ‘de aangezichten van God’ ; dat ‘de aangezichten van God’ zien, wil zeggen, de zwaarste verzoekingen doorstaan, zal in wat volgt worden ontvouwd.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

来自斯威登堡的著作

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#2434

学习本章节

  
/10837  
  

2434. Dat de woorden ‘Hij zei tot hem: Zie Ik heb uw aangezicht aangenomen ook om dit woord’ de inwilliging betekenen, wanneer de innerlijke dingen in het ware iets aan het goede ontlenen, blijkt uit de betekenis van het aangezicht. Het woord aangezicht komt herhaaldelijk voor in het Woord en het betekent daar de innerlijke dingen, zoals in de nrs. 358, 1999 werd aangetoond en ook, dat wanneer het aangezicht aan Jehovah of de Heer wordt toegeschreven, het barmhartigheid, vrede en het goede betekent, nrs. 222, 223; hier dus het goede dat binnenin het ware is; vandaar wil ‘het aangezicht aannemen’ zeggen inwilligen, wanneer de innerlijke dingen in het ware iets aan het goede ontlenen; ‘om dit woord’ is, om deze zaak. Dat het ware er niet is, wanneer er binnenin niet het goede is, zie men in de nrs. 1496, 1832, 1900, 1904, 1928, 2063, 2173, 2269, 2401, 2403, 2429;

en dat de zaligheid en het geluk van de mens na de dood niet voortkomt uit het ware, maar uit het goede dat in het ware is, nr. 2261;

vandaar hoe meer goeds er in het ware is des te zaliger en gelukkiger hij is. Dat het goede binnenin het ware is en maakt dat het waar is, kan ook blijken uit de goedheden en waarheden in de wereldse dingen zelf; wanneer een mens leert en erkent, dat iets in deze dingen goed is, dan noemt hij al wat dit goede begunstigt waar, maar al wat het niet begunstigt, verwerpt hij en noemt het vals; hij kan ook zeggen, dat hetgeen het genoemde goede niet begunstigt, waar is, maar dan veinst hij en denkt anders; en dus net zo in geestelijke dingen.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

来自斯威登堡的著作

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#2434

学习本章节

  
/10837  
  

2434. Dat de woorden ‘Hij zei tot hem: Zie Ik heb uw aangezicht aangenomen ook om dit woord’ de inwilliging betekenen, wanneer de innerlijke dingen in het ware iets aan het goede ontlenen, blijkt uit de betekenis van het aangezicht. Het woord aangezicht komt herhaaldelijk voor in het Woord en het betekent daar de innerlijke dingen, zoals in de nrs. 358, 1999 werd aangetoond en ook, dat wanneer het aangezicht aan Jehovah of de Heer wordt toegeschreven, het barmhartigheid, vrede en het goede betekent, nrs. 222, 223; hier dus het goede dat binnenin het ware is; vandaar wil ‘het aangezicht aannemen’ zeggen inwilligen, wanneer de innerlijke dingen in het ware iets aan het goede ontlenen; ‘om dit woord’ is, om deze zaak. Dat het ware er niet is, wanneer er binnenin niet het goede is, zie men in de nrs. 1496, 1832, 1900, 1904, 1928, 2063, 2173, 2269, 2401, 2403, 2429;

en dat de zaligheid en het geluk van de mens na de dood niet voortkomt uit het ware, maar uit het goede dat in het ware is, nr. 2261;

vandaar hoe meer goeds er in het ware is des te zaliger en gelukkiger hij is. Dat het goede binnenin het ware is en maakt dat het waar is, kan ook blijken uit de goedheden en waarheden in de wereldse dingen zelf; wanneer een mens leert en erkent, dat iets in deze dingen goed is, dan noemt hij al wat dit goede begunstigt waar, maar al wat het niet begunstigt, verwerpt hij en noemt het vals; hij kan ook zeggen, dat hetgeen het genoemde goede niet begunstigt, waar is, maar dan veinst hij en denkt anders; en dus net zo in geestelijke dingen.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl