Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 6255
6255. Vers 10-14. En de ogen van Israël waren zwaar van ouderdom en hij kon niet zien; en hij deed hen naderen tot hem en hij kuste hen en hij omhelsde hen. En Israël zei tot Jozef: Ik had niet gedacht uw aangezichten te zien en zie, God heeft mij ook uw zaad doen zien. En Jozef leidde hen heen uit de dijen van hem en hij boog zich tot zijn aangezicht ter aarde neder. En Jozef nam hen beiden, Efraïm in zijn rechter ter linker van Israël en Menasse in zijn linker ter rechter van Israël en hij deed naderen tot hem. En Israël zond zijn rechter en hij legde ze op het hoofd van Efraïm en hij was de jongere en zijn linker op het hoofd van Menasse; omgekeerd zond hij zijn handen, omdat Menasse de eerstverwekte was. En de ogen van Israël waren zwaar, betekent de duistere bemerking ervan; van ouderdom, betekent omdat het aan het einde van de uitbeelding was; hij kon niet zien, betekent niet opmerken; en hij deed hen naderen tot hem, betekent de aanwezigheid; en hij kuste hen, betekent de verbinding vanuit de aandoening van het ware; en hij omhelsde hen, betekent de verbinding vanuit de aandoening van het goede; en Israël zei tot Jozef, betekent de verheffing tot het innerlijke; ik had niet gedacht uw aangezichten te zien, betekent dat het in geen hoop was geweest ten aanzien van de invloeiing van zijn liefde; en zie, God heeft mij ook uw zaad doen zien, betekent dat niet alleen de invloeiing van de liefde werd bemerkt, maar ook het goede en het ware daaruit; en Jozef leidde hen heen uit de dijen van hem, betekent het goede van het wilsdeel en het ware van het verstandsdeel in het natuurlijke uit de aandoening van de liefde van de zijde van het geestelijk goede; en hij boog zich tot zijn aangezicht ter aarde neder, betekent hun vernedering; en Jozef nam hen beiden, Efraïm in zijn rechter ter linker van Israël, betekent het ware van het verstandelijke als op de tweede plaats; en Menasse in zijn linker ter rechter van Israël, betekent het goede van het wilsdeel op de eerste plaats; en hij deed naderen tot hem, betekent de aanbinding; en Israël zond zijn rechter en hij legde ze op het hoofd van Efraïm, betekent dat het het ware op de eerste plaats achtte; en hij was de jongere, betekent hoewel het op de tweede plaats is; en zijn linker op het hoofd van Menasse, betekent dat het het goede op de tweede plaats achtte; omgekeerd zond hij zijn handen, betekent zo niet volgens de orde; omdat Menasse de eerstverwekte was, betekent, daar toch het goede op de eerste plaats is.