Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4260
4260. Vers 13-15. En hij vernachtte aldaar in die nacht en hij nam van hetgeen in zijn hand gekomen was, een gave voor Ezau, zijn broeder. Tweehonderd geiten en twintig geitenbokken, tweehonderd schapen en twintig rammen. Dertig zogende vrouwelijke kamelen en haar zonen; veertig vaarzen en tien varren en twintig ezelinnen en tien ezelsveulens. Hij vernachtte in die nacht, betekent in die duistere staat; en hij nam van hetgeen in zijn hand gekomen was, een gave voor Ezau, zijn broeder, betekent de Goddelijke dingen die moeten worden ingewijd in het natuurlijk hemels goede; tweehonderd geiten en twintig geitenbokken, tweehonderd schapen en twintig rammen, betekent de Goddelijke goede dingen en de Goddelijke ware dingen daaruit; dertig zogende vrouwelijke kamelen en haar zonen, veertig vaarzen en tien varren, twintig ezelinnen en tien ezelsveulens, betekent de dienstbaarheden: de algemene en de speciale.