Библија

 

Exodus 23:8

Студија

       

8 Ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk verblindt de zienden, en het verkeert de zaak der rechtvaardigen.

Из Сведенборгових дела

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9299

Проучите овај одломак

  
/ 10837  
  

9299. En niet zal vernachten het vet van Mijn feest tot aan de morgen; dat dit betekent het goede van de eredienst niet uit het eigene, maar uit de Heer steeds nieuw, staat vast uit de betekenis van vernachten, namelijk dat wat uit het eigene is, want met de nacht wordt in het Woord het boze en het valse aangeduid, nrs. 221, 709, 6000, 7776, 7851, 7870, 7947, dus eveneens het eigene, omdat het eigene van de mens niets dan het boze en het valse is, nrs. 210, 215, 694, 874-876, 987, 1023, 1044, 4318, 5660, 5786, 8480; uit de betekenis van het vet of van de vettigheid, namelijk het goede van de liefde, nr. 353, 5943, hier het goede van de liefde in de eredienst, omdat er wordt gezegd het vet des feestes; het feest immers is de eredienst, nr. 9286, 9287, 9294; en uit de betekenis van de morgen, namelijk de Heer en Zijn Komst, zoals kan vaststaan uit wat over de morgen is getoond, nrs. 2405, 2780, 5962, 8426, 8427, 8812; vandaar wordt hier met de morgen, waar wordt gehandeld over het goede van de eredienst niet uit het eigene, aangeduid dat uit de Heer steeds nieuw.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Из Сведенборгових дела

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 215

Проучите овај одломак

  
/ 10837  
  

215. Dat het eigene niets dan kwaadaardigheid en valsheid is, kon ik ook daaruit opmaken, dat alles wat geesten ooit uit zichzelf spraken, kwaadaardig en vals was, en wel zozeer, dat ik, zodra mij maar te kennen werd gegeven dat zij uit zichzelf spraken, onmiddellijk wist dat het vals was, hoewel zij onder het spreken er zo vast van overtuigd waren dat het waar was, dat zij helemaal niet twijfelden. Met hen komt de mens, die van dien aard is, overeen. Het werd mij ook te verstaan gegeven, dat al degenen die begonnen te redeneren over de dingen welke tot het geestelijke en hemelse leven of tot het geloof behoren, twijfelden, ja, zelfs loochenden; want over het geloof redeneren staat gelijk aan twijfelen en loochenen, en omdat het uit henzelf of uit het eigene komt, zijn het louter valsheden waarin zij vervallen, en vandaar in een afgrond van duisternissen, dat wil zeggen: van valsheden. Zijn zij in deze afgrond, dan geldt de kleinste bedenking voor meer dan duizend waarheden, en zij is als een stofje, dat, uit het oog gekomen, maakt, dat het van de hele wereld en van wat daarin is, niets ziet. Van hen zegt de Heer bij Jesaja:

‘Ik klaag hen aan die de wijsheid in pacht hebben, alleen aan eigen oordeel waarde hechten’, (Jesaja 5:21).

Bij dezelfde:

‘U vertrouwde op uw misdaden, u dacht:

‘Wie doet mij wat? Uw geleerdheid, uw kennis, zij hebben u misleid. Overtuigd van uw eigen grootheid dacht u: Ik ken mijn gelijke niet. Maar het onheil zal u achtervolgen, met uw toverkunsten kunt u het niet afweren. U zult uw ondergang tegemoet gaan en hem niet kunnen afwenden. De verwoesting komt plotseling, onverwachts’, (Jesaja 47:10, 11).

Bij Jeremia:

‘Dan staat de mens met stomheid geslagen, het gaat zijn verstand te boven. Dan schaamt de goudsmid zich voor zijn beeld, want zijn gietsel is een leugen, er is geen leven in’, (Jeremia 51:17). Gesneden beeld voor het valse dat tot het eigene behoort, gegoten beeld voor het kwade dat tot het eigene behoort.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl