Из произведений Сведенборга

 

Het Laatste Oordeel # 39

Изучить этот эпизод

  
/ 74  
  

39. Maar omdat men in de Christelijke wereld niet weet, dat er geen geloof is, wanneer er geen liefde is; en ook niet wat liefde jegens de naaste is; en niet eens dat de wil de mens zelf uitmaakt, en dan nog slechts die gedachten die uit de wil voortkomen; daarom zal ik, opdat die onderwerpen duidelijk in het licht van het verstand uitkomen, hier een verzameling bijvoegen van uittreksels daarover uit de "Hemelse Verborgenheden", die als toelichting kunnen dienen.

  
/ 74  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Из произведений Сведенборга

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4683

Изучить этот эпизод

  
/ 10837  
  

4683. En gaf het zijn broeders te kennen; dat dit betekent voor hen die van het afgescheiden geloof zijn, staat vast uit de uitbeelding van de broers van Jozef, namelijk de Kerk die afbuigt van de naastenliefde tot het geloof, of in de abstracte zin de dingen die van het geloof zijn, waarover de nrs. 4665, 4671, 4679; hier degenen die zijn van het geloof dat van de naastenliefde is gescheiden, omdat er volgt dat zij daaraan nog toededen hem te haten, waarmee een nog grotere verachting en afkeer wordt aangeduid. Met die Kerk immers is het als volgt gesteld: zodra zij inzet, prediken zij de naastenliefde, maar slechts vanuit het leerstellige en dus vanuit het wetenschappelijke, niet echter vanuit de naastenliefde zelf, dus niet vanuit de aandoening of uit het hart; na verloop van tijd, naarmate de naastenliefde en de aandoening in het hart wordt uitgewist, prediken zij het geloof en tenslotte, wanneer er geen naastenliefde meer is, het geloof-alleen en zij zeggen hiervan dat het zaligmakend is zonder de werken; en dan noemen zij eveneens de werken niet langer werken van de naastenliefde, maar van het geloof; zij verbinden ze weliswaar zo, maar alleen vanuit de leer, echter niet vanuit het leven; en omdat zij in het leven van het geloof of in het goede niets van heil stellen, maar alleen in het geloof en zij toch klaarblijkend vanuit het Woord en eveneens vanuit hun verstandelijk weten dat de leer niets is zonder het leven, of dat het geloof niets is zonder de vruchten, stellen zij het zaligmakende van het geloof in het vertrouwen, zodat zij zo eveneens van de vruchten terugtreden, omdat zij niet weten dat al het vertrouwen zijn Zijn trekt uit het einddoel van het leven en dat het echte vertrouwen niet mogelijk is dan alleen in het goede, maar een onecht en een vals vertrouwen ook mogelijk is in het boze; en om het geloof nog meer van de naastenliefde te scheiden, overreden zij ook dat het vertrouwen van één ogenblik alleen, ook in het laatste van het leven, zaligt, onverschillig hoe het tevoren geleide leven ook geweest mag zijn, hoewel zij toch weten dat eenieder zijn leven na de dood bijblijft en dat eenieder volgens de werken van zijn leven zal worden gericht. Uit dit weinige kan vaststaan hoedanig het van de naastenliefde gescheiden geloof is, en dus hoedanig de Kerk is die het geloof en niet het leven van het geloof, tot het wezenlijke maakt. Over de valse dingen die daaruit zoals uit hun springbron voortvloeien, zal vanuit de Goddelijke barmhartigheid van de Heer in wat volgt worden gesproken.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl